
Paus Franciscus - 24 juli 2013
De hoop bewaren. De tweede lezing van deze Eucharistieviering schildert ons een dramatische voorstelling. Een vrouw – beeld van Maria en van de Kerk – wordt door een draak, de duivel, vervolgd. De draak wil haar kind verslinden. Het is echter geen voorstelling van de dood maar van het leven omdat God tussenbeide komt en het kind redt (Openb. 12, 13a.15-16). Hoe groot de moeilijkheden in ons leven ook mogen schijnen, in het leven van het volk, in het leven van onze gemeenschappen, God laat nooit toe dat wij erin ten ondergaan. Wetend dat ontmoediging kan voorkomen in het leven van wie werk maakt van de evangelisatie of van de vaders en moeders die het geloof trachten voor te leven, wil ik hier met kracht zeggen: bewaar steeds in je hart dit vertrouwen: God gaat steeds met je mee, op geen enkel ogenblik laat Hij je aan je lot over. Laten we nooit de hoop verliezen! Laten we de hoop nooit in ons hart doven. De “draak”, het kwaad, is een werkelijkheid in onze geschiedenis, maar hij is niet de sterkste. De sterkste is God en God is onze hoop. Bijna iedereen vandaag, ook onze jongeren, wordt gefascineerd door de vele afgoden die de plaats innemen van God en die hoop schijnen te bieden: geld, macht, genot. Vaak ontstaat in het hart van velen eenzaamheid en leegte die voeren tot compensaties voor deze vluchtige afgoden. Lieve broers en zussen, wij zijn lichten van hoop! We hebben een positieve kijk op de werkelijkheid. Laat ons de edelmoedigheid aanmoedigen die zo kenmerkend is voor de jongeren. Laat ons de jongeren begeleiden om de toon aan te geven in de opbouw van een betere wereld. Ze zijn een sterke krachtbron voor de Kerk en voor de samenleving. Ze hebben niet alleen behoefte aan dingen. Ze hebben vooral nood aan immateriële waarden die het spirituele hart en het geheugen zijn van een volk. In dit heiligdom dat deel is van het geheugen van Brazilië kunnen we deze waarden als het ware zien: spiritualiteit, edelmoedigheid, solidariteit, volharding, broederlijkheid, vreugde. Het zijn waarden die hun diepste bron vinden in het christelijk geloof.