HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
De zeven plagen voor de onboetvaardigen
En ik hoorde een luide stem die vanuit de tempel de zeven engelen toeriep: “Gaat heen, giet uit op de aarde de zeven schalen van de toorn Gods!”
En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel bij de mensen die het merkteken droegen van het beest en zijn beeld aanbaden.
En de tweede goot zijn schaal uit op de zee, en er kwam bloed als was er gemoord, en elk levend wezen in de zee stierf.
En de derde goot zijn schaal uit op de rivieren en de waterbronnen, en er kwam bloed.
Toen hoorde ik de engel van de wateren zeggen: “Rechtvaardig zijt Gij die zijt en die waart, Gij de Heilige, dat Gij dit vonnis hebt geveld.
Bloed hebben zij vergoten, het bloed van de heiligen en profeten, en bloed hebt Gij hun te drinken gegeven. Zij hebben het verdiend.”
En ik hoorde de stem van het altaar: “Ja, Heer, God, Albeheerser, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen.”
En de vierde goot zijn schaal uit op de zon, en haar werd gegeven de mensen te verzengen met vuur,
en de mensen werden verzengd door de grote hitte. Maar zij lasterden de naam van God, die macht heeft over deze plagen, en zij weigerden zich te bekeren en Hem eer te geven.
En de vijfde goot zijn schaal uit op de troon van het beest, en zijn koninkrijk werd verduisterd en zij beten zich de tong stuk van de pijn.
Maar zij lasterden de God des hemels om hun pijnen en hun zweren, en zij bekeerden zich niet van hun daden.
En de zesde goot zijn schaal uit op de grote Eufraatstroom, en zijn water droogde op, zodat de weg openlag voor de koningen uit het oosten.
Toen zag ik uit de muil van de draak en uit de muil van het beest en uit de muil van de valse profeet drie onreine geesten tevoorschijn komen in de gedaante van kikvorsen.
Duivelsgeesten zijn het, die wonderen doen en uitgaan naar de koningen van de gehele wereld, om hen te verzamelen voor de strijd op de grote dag van God, de Albeheerser.
('Pas op, Ik kom als een dief! Gelukkig de mens die wakker blijft en zijn kleren aanhoudt, zodat hij niet naakt hoeft te gaan en allen zijn schaamte zien.')
En zij verzamelden hen op de plaats die in het Hebreeuws Harmágedon heet.
En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht. Toen riep uit de tempel, vanaf de troon, een machtige stem: “Het is gebeurd!”
En er kwamen bliksemstralen en dreunende donderslagen. En er ontstond een hevige aardbeving, zoals er nooit een geweest is sedert er mensen op aarde zijn; zo ontzettend was die aardbeving.
En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de volken stortten in. En God herinnerde zich Babylon, de grote stad, en Hij gaf haar de beker met de wijn van zijn grimmige toorn te drinken.
En alle eilanden verdwenen en er waren geen bergen meer te zien.
En ontzaglijke hagelstenen, wel honderd pond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. En de mensen lasterden God om de plaag van de hagel; want die plaag was bovenmate zwaar.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge