HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Het priesterschap van Gods volk
Weg dus met alle boosheid en bedrog, maakt een einde aan intriges, jaloezie en laster!
Weest als pasgeboren kinderen begerig naar de geestelijke, onvervalste melk, die u wasdom zal schenken ter zaligheid.
Gij hebt immers al geproefd van de zoetheid des Heren.
Treedt toe tot Hem, de levende steen, door de mensen verworpen maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God.
Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilig priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus.
Daarom staat er in de Schrift: Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld.
Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen geldt: De steen die de bouwers hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden,
maar ook een steen waaraan zij zich stoten, een rots waarover zij struikelen. Zij stoten zich, omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd.
Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht:
gij, vroeger geen volk, nu Gods volk; vroeger van genade verstoken, nu begenadigd.
Plichten tegenover de heidenen en de overheid
Dierbare vrienden, ik vraag u als vreemdelingen en ballingen u te onthouden van zondige lusten die strijd voeren tegen de ziel.
Leidt onder de heidenen een voorbeeldig leven; dan zullen zij die u nu als boosdoeners belasteren, bij nader toezien God om uw goede daden verheerlijken, op de dag dat Hij komt rechtspreken.
Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen ter wille van de Heer: aan de keizer als het hoogste gezag,
en aan de stadhouders, omdat zij door Hem zijn aangesteld om boosdoeners te straffen en hen die het goede doen te eren.
Het is de wil van God, dat gij door een goed gedrag de onwetendheid van onverstandige lieden tot zwijgen brengt.
Leeft als vrije mensen, maar maakt als dienstknechten van God van de vrijheid geen voorwendsel voor de ondeugd.
Betoont eer aan allen, bemint de broeders, vreest God, eert de keizer.
De slaven: het voorbeeld van Christus
Slaven, aanvaardt met gepaste onderwerping het gezag van uw meesters, niet alleen als zij goed en vriendelijk, ook als zij lastig zijn.
Want met God in gedachten onverdiend leed verdragen is iets moois.
Slagen verduren die men verdiend heeft is niets bijzonders. Maar geduldig verdragen dat gij te lijden hebt om uw goede daden, dat is het wat God behaagt.
En het is ook uw roeping, want Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten; gij moet in zijn voetstappen treden.
Hij heeft geen zonde gedaan en in zijn mond is geen bedrog gevonden.
Als Hij gescholden werd, schold Hij niet terug. Als men Hem leed aandeed, uitte Hij geen dreigementen. Hij liet zijn zaak over aan Hem die rechtvaardig oordeelt.
In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen.
Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge