HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Daarom, zolang de goddelijke belofte van de rust nog geldt, moeten wij ervoor zorgen dat niemand van u zou menen dat het te laat is.
Want ook wij hebben het goede nieuws gehoord, juist als zij. Maar het woord van de verkondiging dat zij hoorden heeft hun niet gebaat, omdat het niet gepaard ging met geloof bij de hoorders.
Wij die geloofd hebben, wij gaan die rust binnen, waarvan Hij gezegd heeft:
En Ik heb gezworen in mijn gramschap: Nooit zullen zij ingaan in mijn rust. Toch was Gods werk al klaar vanaf de schepping van de wereld.
Dat volgt uit wat wij lezen over de zevende dag: En God rustte op de zevende dag van al zijn werk.
En hier lezen we: Nooit zullen zij ingaan in mijn rust.
Het staat dus vast dat er een rust is waarin mensen mogen binnengaan, maar zij die het eerst het goede nieuws hebben gehoord, zijn er niet binnengegaan, omdat zij weigerden te geloven.
Daarom stelt God na zoveel jaren opnieuw een heden vast met de woorden van David: Heden, als gij zijn stem hoort, weest dan niet halsstarrig.
Als Jozua hen werkelijk in die rust had binnengeleid, zou God later niet meer over een andere dag gesproken hebben.
Hieruit volgt dat het volk van God nog een sabbatsrust te wachten staat.
En wie Gods rust mag binnengaan rust uit van al zijn werk, zoals God uitrust van het zijne.
Laten we ons dus inspannen die rust binnen te gaan. Laat niemand ten val komen door het slechte voorbeeld van hun ongeloof na te volgen.
Want het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard en dringt door tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en merg. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens.
Geen schepsel is voor Hem verborgen, alles ligt open en bloot voor zijn ogen. Aan Hem hebben wij rekenschap af te leggen.
De barmhartige hogepriester
Nu wij een verheven hogepriester hebben, een die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten wij vasthouden aan onze belijdenis.
Want wij hebben een hogepriester die in staat is mee te voelen met onze zwakheden; Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde.
Laten wij daarom vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade, om barmhartigheid en genade te verkrijgen en tijdige hulp.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge