HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Christus groter dan Mozes
Daarom, mijn broeders, gij die door een hemelse roeping geheiligd zijt, richt uw ogen op Jezus, de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden.
Hij was trouw aan God die Hem heeft aangesteld, zoals ook Mozes trouw was in heel zijn huis.
Hij is groter eer waardig gekeurd dan Mozes, voor zover namelijk de bouwer meer waard is dan het huis dat hij bouwt.
Ieder huis wordt door iemand gebouwd en de bouwheer van alles is God.
Mozes was inderdaad getrouw in heel Gods huis, maar als dienaar, om te getuigen van de woorden die God zou spreken.
Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste ons vertrouwen en de hoop die onze trots is ongeschokt bewaren tot het einde.
Rust voor het volk van God
Luistert dus naar wat de heilige Geest zegt: Heden, als gij zijn stem hoort,
weest dan niet halsstarrig, zoals eertijds bij het oproer, op de dag van de uitdaging in de woestijn
waar uw vaderen Mij hebben uitgedaagd en op de proef gesteld, ofschoon zij mijn werk gezien hadden, veertig jaar lang.
Daarom werd Ik toornig op dat geslacht en Ik zei: Altijd door dwaalt hun hart, mijn wegen hebben zij niet willen kennen.
En Ik heb gezworen in mijn gramschap: ooit zullen zij ingaan in mijn rust.
Zorgt ervoor, broeders, dat onder u niemand zo'n slechte en trouweloze gezindheid heeft, die leidt tot afval van de levende God.
Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang dat `heden' duurt, zodat niemand zich door de zonde tot zulk een halsstarrigheid laat verleiden.
Want wij zijn Christus' deelgenoten geworden, mits we ons aanvankelijk vertrouwen ongeschokt bewaren tot het einde.
De Schrift zegt: Heden, als gij zijn stem hoort, weest dan niet halsstarrig, zoals eertijds bij het oproer.
Wie waren dat die zijn stem hoorden en rebelleerden? Allen die onder Mozes uit Egypte waren getrokken.
En op wie was God toornig, veertig jaar lang? Op hen die gezondigd hadden, wier lijken lagen in de woestijn.
En aan wie anders heeft Hij onder ede de toegang tot zijn rustplaats ontzegd dan aan hen die weigerden te geloven?
Het is duidelijk dat ongeloof hen belet heeft zijn rust in te gaan.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge