HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Het geloof maakt allen kinderen van God
Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij, hoewel heer van alles, in niets van een slaaf;
hij staat onder voogden en beheerders tot het tijdstip dat door zijn vader is bepaald.
Zo waren ook wij, zolang we onmondig waren, slaven, onderworpen aan de machten van de kosmos.
Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet,
opdat Hij hen die onder de wet stonden zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen.
En het bewijs dat ge zonen zijt: Hij heeft de Geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader!
Je bent dus niet langer slaaf maar zoon; en als je zoon bent, dan ook erfgenaam, door toedoen van God.
Indertijd, toen ge God niet kende, hebt ge goden gediend die niet werkelijk goden zijn.
Maar nu, nu ge God hebt leren kennen, of liever, door God zijt gekend, hoe kunt ge nu opnieuw keren tot die zwakke en armzalige krachten? Wilt ge weer van voren af aan hun slaven worden?
Ge houdt u aan bepaalde dagen en maanden, tijden en jaren...
Ik ben bang dat ik me vergeefs voor u heb afgetobd.
Herinner u onze vroegere verhouding
Wordt zoals ik, broeders, want ik ben aan u gelijk geworden; ik smeek er u om.
Gij hebt mij niets tekortgedaan.
Gij weet toch: ziekte was de aanleiding dat ik u eertijds het evangelie verkondigd heb,
en hoewel mijn toestand een beproeving voor u was, hebt ge geen spoor van minachting of afkeer getoond. Integendeel, ge hebt me opgenomen als een bode van God, als Christus Jezus zelf.
Waar is uw zaligheid gebleven? Want het is een feit: als het mogelijk was geweest, hadt ge uw ogen uitgerukt om ze mij te geven.
En nu ben ik uw vijand geworden omdat ik u de waarheid zei?
Zij dingen ijverig naar uw gunst, maar niet met zuivere bedoeling. Zij willen u van mij vervreemden opdat ge ijvert voor hen.
Het is mooi altijd met heilige ijver omringd te worden, maar dan ook altijd en niet enkel als ik bij u ben.
Ach kinderen, ik moet opnieuw weeën om u doorstaan, totdat ge de gestalte van Christus hebt aangenomen.
Hoe graag zou ik op dit ogenblik bij u zijn en op een andere toon tot u spreken, want ik ben ten einde raad met u.
Een voorafbeelding van de christelijke vrijheid
Zeg me, gij die zo graag onder de wet wilt, luistert ge wel naar de wet?
Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg, een van de slavin en een van de vrije vrouw.
Maar de zoon van de slavin werd geboren naar het vlees, die van de vrije vrouw uit kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. De twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, brengt slaven voort en dat is Hagar:
(de Sinaï nu is een berg in Arabië) zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem, dat met zijn kinderen in slavernij ligt.
Maar het Jeruzalem van omhoog is vrij en dat is onze moeder.
Want er staat geschreven: Verheug u, onvruchtbare, gij die niet baart, breek los in gejuich, gij die geen weeën kent. Want de kinderen der eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van haar die de man heeft.
Welnu, broeders, gij zijt evenals Isaak kinderen van belofte.
Maar zoals indertijd de geborene naar het vlees de naar de geest geborene vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? Verjaag de slavin met haar zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis niet te delen met de zoon van de vrijgeborene.
Broeders, wij zijn dus geen kinderen van een slavin, maar van de vrije vrouw.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge