HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Stoot de zwakke in het geloof niet af door zijn meningen te betwisten.
De een is ervan overtuigd dat hij alles mag eten, terwijl de ander zich angstvallig beperkt tot plantaardig voedsel.
Laat hem die gewoon eet de ander niet geringschatten, en laat hem die niet eet de ander niet veroordelen; want God zelf heeft die ander als de zijne aangenomen.
Wie zijt gij wel, dat gij u een oordeel aanmatigt over de knecht van een ander? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn meester aan. Hij zal trouwens staande blijven, want zijn Heer is bij machte hem staande te houden.
De een maakt onderscheid tussen de dagen, voor de ander zijn ze alle gelijk. Gun ieder zijn eigen overtuiging.
Wie aan een bepaalde dag waarde hecht, doet het ter ere van de Heer, en wie eet, eet ter ere van de Heer, want hij dankt God; wie niet eet, laat het ter ere van de Heer, en ook hij dankt God.
Niemand van ons leeft voor zichzelf alleen, niemand sterft voor zichzelf alleen.
Zolang wij leven, leven wij voor de Heer, en sterven wij, dan sterven wij voor de Heer: of wij leven of sterven, Hem behoren wij toe.
Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden.
Met welk recht veroordeelt gij uw broeder? En gij, waarom kleineert gij uw broeder? Allen zullen wij verschijnen voor de rechterstoel van God.
Want er staat geschreven: Zowaar Ik leef, zegt de Heer, voor Mij zal elke knie zich buigen en elke tong zal God lofprijzen.
Zo zal dan ieder van ons rekenschap moeten afleggen voor zichzelf.
Laten wij dus voortaan elkander niet veroordelen, maakt liever het voornemen uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven.
Ik ben er vast van overtuigd, voor het aanschijn van onze Heer Jezus, dat geen enkel ding onrein is uit zichzelf. Iets wordt alleen onrein voor hem die het als zodanig beschouwt.
Maar als gij uw broeder grieft door een bepaalde spijs te gebruiken, handelt gij niet meer volgens de liefde. Christus is voor hem gestorven, breng zijn heil niet in gevaar met uw eten.
Bezorgt uw goede zaak geen slechte naam.
Het koninkrijk van God is geen kwestie van spijs en drank, maar is gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.
Wie op deze wijze Christus dient, is door God aanvaard en geacht bij de mensen.
Wij streven dus naar dat wat de vrede en de opbouw van onze gemeenschap bevordert.
Breekt Gods werk niet af ter wille van spijs. Zeker, alles is rein, maar voor hem die het niet kan eten zonder aanstoot te nemen wordt het slecht.
Het is goed geen vlees te gebruiken, geen wijn of wat ook, wanneer uw broeder daardoor geƫrgerd wordt.
Behoud gij intussen uw eigen overtuiging voor het aanschijn van God. Gelukkig is hij die zich bij zijn beslissing niets heeft te verwijten.
Wie twijfelt en toch eet, is al veroordeeld, omdat hij niet volgens zijn overtuiging handelt. Alles wat strijdt met de overtuiging van het geweten is zondig.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge