HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Zo sprak Jezus. Toen sloeg Hij zijn ogen ten hemel en zei: “Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke.
Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen om eeuwig leven te schenken aan allen die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen.
Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Jezus bidt voor zijn leerlingen
Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden.
Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt van U komt.
Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren.
Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij.
Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden.
Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten.
Ik heb hen uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben.
Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad.
Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.
Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid.
Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld,
en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toegewijd mogen zijn.
Jezus bidt voor alle gelovigen
Niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven,
opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn:
Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad.
Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld.
Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.
Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.”
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge