• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De Joden in Jeruzalem en in Judea aan hun broeders, de joden in Egypte. Heil u en overvloedige vrede!
Moge God u voorspoed schenken en het verbond indachtig zijn dat Hij gesloten heeft met Abraham, Isaak en Jakob, zijn trouwe dienaars.
Moge Hij u allen een hart schenken dat ontzag voor Hem heeft en in staat is zijn wil blij en toegewijd te volbrengen.
Moge Hij u ontvankelijk maken voor zijn wet en zijn geboden en u daarin vrede geven.
Moge Hij uw gebeden verhoren, zich jegens u genadig tonen en u niet verlaten in tijden van nood.
Daarom bidden wij nu voor u.
Onder de regering van Demetrius in het jaar honderdnegenenzestig hebben wij, joden, u het volgende geschreven: 'Tijdens de grootste rampspoed die ons getroffen heeft in deze jaren, sinds Jason en zijn aanhang de zaak van het heilige land en van Gods rijk afvallig zijn geworden,
is de tempelpoort in brand gestoken en heeft men onschuldig bloed vergoten. Toen hebben wij tot de Heer gebeden en we zijn verhoord: we hebben een slacht - en meeloffer opgedragen, de lampen aangestoken en de toonbroden geplaatst.'
Vier daarom het loofhuttenfeest van de maand Kislew. In het jaar honderdachtentachtig.
De inwoners van Jeruzalem en Judea, de raad der oudsten en Judas aan Aristobulus, de leermeester van koning Ptolemeus en afstammeling van het geslacht van de gezalfde priesters, en aan de joden in Egypte. Heil u en voorspoed!
Door God uit grote gevaren gered, betuigen we Hem onze vurige dank, omdat Hij het voor ons opgenomen heeft tegen de koning.
Hij was het immers die de vijandelijke legers uit de heilige stad heeft gesmeten.
Want toen de veldheer naar Perzie was getrokken, werd hij met zijn schijnbaar onoverwinnelijk leger in de tempel van Nanea in stukken gehakt door de priesters van Nanea, die zich daartoe van een list bedienden.
Antiochus had zich met zijn vrienden naar dat heiligdom begeven onder het voorwendsel van een huwelijk met de godin, maar in werkelijkheid om zich de schatten bij wijze van huwelijksgift toe te eigenen.
De priesters van Nanea hadden de schatten te voorschijn gehaald en Antiochus was met een klein gevolg de omsloten ruimte van het heiligdom binnengegaan. Terwijl Antiochus zich in de tempel bevond, sloten zij die af,
openden in de zoldering een geheime deur en stortten stenen omlaag, waardoor zij de veldheer verpletterden. Ze hakten de lijken in stukken en wierpen de hoofden toe aan degenen die buiten stonden.
Onze God zij steeds geprezen, Hij die de goddelozen in het verderf heeft gestort.
De vijfentwintigste Kislew zullen we de reiniging van de tempel vieren. We voelen ons verplicht u hiervan in kennis te stellen, opdat ook u het loofhuttenfeest zoudt vieren en het feest van het vuur, ter gedachtenis aan de dag, waarop Nehemia na het herstel van de tempel en het brandofferaltaar weer offers opdroeg.
Toen onze voorvaderen naar Perzie werden weggevoerd, namen enige vrome priesters heimelijk wat vuur van het brandofferaltaar en verborgen het in de holle ruimte van een uitgedroogde put, waarvan ze de ligging zorgvuldig voor iedereen verborgen hielden.
Na verloop van vele jaren behaagde het God dat Nehemia, die door de koning van Perzie naar Judea was gezonden, de nakomelingen van de priesters naar het vuur liet zoeken. Maar zij kwamen met de mededeling dat ze geen vuur, maar drabbig water hadden gevonden. Daarop beval hij hun er wat van te halen.
Toen het offer in gereedheid gebracht was, gaf Nehemia aan de priesters bevel het hout met wat erop lag met dat water te begieten.
Dat gebeurde. En toen na enige tijd de zon achter de wolken vandaan kwam en begon te schijnen, laaide er tot aller verbazing een groot vuur uit op.
Terwijl het offer verteerd werd, baden de priesters en alle aanwezigen, waarbij Jonatan voorbad en de overigen, onder wie ook Nehemia, antwoordden.
Het gebed luidde als volgt: 'Heer, God de Heer, schepper van alle dingen, ontzagwekkend en sterk, rechtvaardig en barmhartig, Gij alleen zijt koning, Gij alleen zijt goed,
Gij alleen vrijgevig, Gij alleen rechtvaardig, almachtig en eeuwig. Gij redt Israël uit alle nood, Gij hebt onze voorvaderen uitverkoren en geheiligd.
Neem dit offer aan voor heel uw volk Israël; behoed uw eigendom en heilig het.
Breng ons uit de verstrooiing weer bijeen, hergeef de vrijheid aan hen die als slaven onder de heidenen leven, zie neer op hen die versmaad en veracht worden; laat de heidenen weten dat Gij onze God zijt.
Straf degenen die ons verdrukken en die ons in hun overmoed honen.
Plant uw volk weer in uw heilig land, zoals Mozes dat beloofd heeft.'
Daarna zongen de priesters de gebruikelijke lofliederen.
Toen het offer verteerd was, liet Nehemia het overige water over de grote stenen uitgieten.
Onmiddellijk laaide er een vlam op, maar deze werd verslonden door het licht, dat tegelijkertijd vanaf het brandofferaltaar begon te stralen.
Het gerucht over het gebeurde verspreidde zich; ook aan de koning van Perzie werd gemeld, dat op de plaats waar priesters, na hun wegvoering, het heilig vuur verborgen hadden, water te voorschijn was gekomen, waarmee Nehemia en zijn mannen het offer hadden gewijd.
Na een onderzoek te hebben ingesteld, liet de koning de plaats omheinen en er een heiligdom van maken.
Degenen aan wie hij welwillend de zorg ervoor toevertrouwde, liet hij delen in de rijke inkomsten die hij uit dat heiligdom ontving.
De mannen van Nehemia noemden de vloeistof neftar, wat reiniging betekent, maar de meesten noemen het neftai.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test