• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
's Nachts brak Gorgias met vijfduizend man voetvolk en duizend uitgelezen ruiters op
om het kamp van de joden te overvallen en ze onverhoeds neer te slaan. Mannen uit de burcht dienden hun tot gids.
Zodra Judas dat vernam, brak ook hij met zijn dappere mannen op om het leger van de koning, dat in Emmaüs lag, te verslaan
nog voordat het in slagorde opgesteld was.
Toen Gorgias's nachts bij het kamp van Judas kwam, trof hij er niemand aan. Overtuigd dat de joden voor hem gevlucht waren, ging hij naar hen op zoek in de bergen.
Bij het aanbreken van de dag verscheen Judas met drieduizend man in de vlakte. Terwijl ze zelf niet beschikten over de verdedigingswapens en zwaarden die ze wensten,
zagen ze dat het kamp van de heidenen zwaar verschanst was, en omringd door de ruiterij, bestaande uit geschoolde soldaten.
Daarom zei Judas tot zijn mannen: 'Weest niet bang voor hun aantal en laat je niet uit het veld slaan als ze de aanval inzetten.
Denkt eraan hoe onze vaderen bij de Rode Zee werden gered, toen Farao hen met een leger achtervolgde.
Laten we nu de hemel aanroepen, opdat Hij ons gunstig gezind zij, het verbond met onze vaderen gedenkt en dit leger vandaag nog voor onze ogen verplettert.
Dan zullen alle volken weten, dat er iemand is die Israël verlost en bevrijdt.'
Toen de vreemdelingen de joden op hen zagen afkomen
trokken zij het kamp uit om de strijd aan te binden. De mannen van Judas bliezen op de trompetten
en vielen aan. De heidenen werden verslagen en namen de vlucht naar de vlakte;
maar degenen die niet zo snel konden wegkomen, vielen allen onder het zwaard van de joden, die hen achtervolgden tot Gezer en de vlakten van Idumea, Azotus en Jamnia. Van de heidenen sneuvelden ongeveer drieduizend man.
Toen Judas met zijn leger van de achtervolging terugkeerde,
zei hij tot het volk: 'Werp je niet op de buit, want er staat nog een strijd te wachten:
Gorgias bevindt zich met zijn leger niet ver van ons in de bergen. Bied nu het hoofd aan onze vijanden en strijd tegen hen, daarna kunnen jullie je in alle gerustheid van de buit meester maken.'
Judas had dit nog niet gezegd of daar verscheen een legerafdeling, die vanuit het gebergte het terrein verkende.
Dezen ontdekten dat hun makkers op de vlucht waren gedreven en dat het kamp in brand gestoken was, want uit de rook die men waarnam bleek duidelijk wat er was voorgevallen.
Bij deze ontdekking ontstelden ze hevig en toen ze bovendien bemerkten, dat het leger van Judas in de vlakte klaar stond voor de aanval,
namen ze allen de vlucht naar het land van de Filistijnen.
Daarop ging Judas over tot de plundering van het kamp; men maakte veel goud en zilver buit, paars - en echt roodpurperen stoffen en andere zeer kostbare dingen.
Op hun terugtocht zongen ze de hemel het lof - en danklied toe: 'Hij is goed en eeuwig duurt zijn barmhartigheid.'
Die dag is Israël op een grootse wijze gered.
De vreemdelingen die ontkomen waren, gingen Lysias al het gebeurde melden.
Bij het horen hiervan raakte hij van zijn stuk en werd hij moedeloos, omdat het met Israël niet gegaan was, zoals hij het had gewild en er niets was terechtgekomen van wat de koning hem had opgedragen.
Het jaar daarop wierf hij een leger aan van zestigduizend uitgelezen infanteristen en vijfduizend ruiters om met de joden voor goed af te rekenen.
Dat leger trok naar Idumea en sloeg het kamp op bij Bet-sur. Judas trok hun met tienduizend man tegemoet.
Toen hij zag hoe sterk het leger was, bad hij: 'Geloofd zijt Gij, redder van Israël, Gij die door uw dienaar David de aanval van de reus hebt gebroken en het leger van de Filistijnen hebt overgeleverd aan Jonatan, de zoon van Saul, en aan zijn wapendrager.
Laat ook dit leger in handen vallen van uw volk Israël en laat ze beschaamd staan over hun voetvolk en ruiters.
Zaai paniek onder hen, schok het vertrouwen dat zij in hun kracht stellen en laat ze de nederlaag lijden zo dat ze de moed opgeven.
Vel ze neer met het zwaard van hen die U liefhebben. Dan zullen allen die uw naam kennen, U met lofzangen prijzen.'
Daarop raakten de legers slaags; in het handgemeen vielen er aan de kant van Lysias ongeveer vijfduizend man.
Toen Lysias zag dat zijn troepen in slagorde het dreigden te begeven, terwijl die van Judas zelfvertrouwen hadden gekregen en vastbesloten waren te leven of eervol te sterven, trok hij af en ging naar Antiochië terug. Hij wierf troepen aan om met een nog sterker leger opnieuw Judea binnen te vallen.
Nu zeiden Judas en zijn broers: 'Onze vijanden zijn verslagen: laten we dus optrekken om de tempel te zuiveren en wederom in te wijden.'
Heel het leger verzamelde zich en trok op naar de berg Sion.
Toen ze de verlatenheid van de tempel zagen met het ontwijde brandofferaltaar, met de door brand verwoeste poorten, met het struikgewas in de voorhoven even dicht als in een bos of op een berg, met de vernielde zalen,
scheurden ze hun kleren, hieven een luide weeklacht aan, bestrooiden zich met as
en wierpen zich plat ter aarde; en op het signaal van de trompetten riepen ze luide ten hemel.
Vervolgens wees Judas mannen aan, die de bezetting van de burcht in bedwang moesten houden zolang de reiniging van de tempel duurde.
Verder koos hij priesters uit van onbesproken gedrag, die trouw waren aan de wet,
om het heiligdom te zuiveren en de stenen die het ontwijd hadden, naar een onreine plaats af te voeren.
Overleggend wat ze met het ontwijde brandofferaltaar moesten doen,
kwamen ze op de goede gedachte het af te breken; dan zou dat altaar dat door de heidenen was ontwijd, nooit een reden kunnen zijn om met de joden de spot te drijven. Ze braken het dus af,
maar legden de stenen op een passende plaats op de tempelberg in afwachting van het optreden van een profeet die daarover een uitspraak zou doen.
Daarna bouwden ze van ongehouwen stenen, zoals de wet dat voorschrijft, een nieuw altaar naar het model van het vorige.
Zij herstelden de tempel en het inwendige van het tempelhuis en zuiverden de voorhoven.
Zij vervaardigden nieuwe heilige vaten en plaatsten de luchter, het reukofferaltaar en de tafel voor de toonbroden in de tempel.
Daarna brandden ze wierook op het reukofferaltaar en ontstaken de lampen op de luchter om de tempel te verlichten,
plaatsten de broden op de tafel en hingen de gordijnen op; daarmee was het werk dat ze ondernomen hadden, voltooid.
In de vroege morgen van de vijfentwintigste van de negende maand, dus de maand Kislew, van het jaar honderdachtenveertig
droegen ze volgens de voorschriften van de wet op het nieuwe brandofferaltaar dat ze hadden gebouwd, een offer op.
Op dezelfde tijd en op dezelfde dag waarop de volken het altaar hadden ontwijd, werd het onder het zingen van lofliederen, begeleid met citers, lieren en cimbalen, weer ingewijd.
Al het volk wierp zich in aanbidding ter aarde neer en loofde de hemel die hun ondernemingen had doen slagen.
Acht dagen lang vierden zij het feest van de altaarwijding, waarbij ze vol vreugde brandoffers opdroegen, alsmede lof - en dankoffers.
Zij versierden de voorgevel van de tempel het gouden kransen en schilden, herstelden de poorten en de zalen en plaatsten nieuwe deuren.
Er heerste een zeer grote vreugde onder het volk omdat de smaad, hun door de heidenen aangedaan, was weggenomen.
In overleg met zijn broers en geheel de volksvergadering van Israël bepaalden Judas, dat ze, zolang ze leefden, het feest van de altaarwijding jaarlijks acht dagen lang, te beginnen op de vijfentwintingste van de maand Kislew, in vreugde en blijdschap zouden vieren.
In diezelfde tijd versterkten ze ook de berg Sion met een hoge ringmuur en zware torens, om te verhinderen dat de heidenen de heilige plaats nog eens zouden onteren;
ter bewaking plaatste Judas er een garnizoen. Bovendien versterkte hij Bet-sur, opdat het volk een vesting zou hebben aan de grens van Idumea.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test