• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Holofernes sprak tot haar: 'Wees gerust, mevrouw, vrees niet. Nog nooit heb ik iemand kwaad gedaan die Nebukadnessar, de koning van heel de aarde, wenste te dienen.
Als dus uw volk, dat in het bergland woont, mij niet had geminacht, dan zou ik mijn speer niet tegen hen hebben opgeheven. Ze hebben het zichzelf aangedaan.
Maar zeg me eens, waarom bent u van hen weggelopen en naar ons toegekomen? U bent zeker gekomen om uw leven te redden? Heb goede moed, van deze nacht af zult u veilig zijn.
Niemand zal u onrecht aandoen, men zal u goed behandelen, zoals allen die mijn heer, koning Nebukadnessar, dienen.'
Judit gaf hem ten antwoord: 'Wees zo goed te luisteren naar uw slavin. Sta uw dienstmaagd toe, het woord tot u te richten. Van wat ik mijn heer deze nacht ga zeggen is geen woord gelogen.
Als u de aanwijzingen van uw dienstmaagd opvolgt, zal wat God met u onderneemt een volledig succes worden en mijn heer zal in zijn opzet niet falen.
Zo waar Nebukadnessar, de koning van heel de aarde, leeft, en bij de macht van hem die u heeft gezonden om onder al wat leeft de orde te herstellen: dank zij u zijn niet alleen de mensen aan Nebukadnessar onderworpen, maar door uw kracht zijn ook de wilde dieren en het vee en de vogelen des hemels dienstbaar aan Nebukadnessar en heel zijn huis.
Wij hebben immers gehoord van uw wijsheid en van uw gedurfde ondernemingen en over heel de aarde verkondigt men, dat niemand in het rijk zo bekwaam is als u, zo rijk aan kennis, zo geniaal als veldheer.
Wij zijn op de hoogte van de redevoering die Achior in uw raad heeft gehouden. Want de mannen van Betulia hebben hem gespaard en hij heeft hun alles verteld wat hij bij u gezegd heeft.
Daarom, machtige heer, veronachtzaam zijn woorden niet, maar neem ze ter harte, want ze zijn waar: ons volk wordt niet gestraft en niet door het zwaard bedwongen, tenzij het zondigt tegen God.
Welnu, mijn heer zal niet worden teruggeslagen zodat hij onverrichterzake moet aftrekken, want de dood zal hen overvallen. De zonde heeft vat op hen gekregen; daardoor zullen ze de toorn van God opwekken zodra ze een misstap begaan.
Toen ze gebrek kregen aan levensmiddelen en het water schaars werd, vatten ze het plan op hun vee te slachten en besloten ze zelfs datgene te eten wat hun door Gods wet verboden was.
Ook hebben ze zich voorgenomen de eerstelingen van de tarwe en de tienden van wijn en olie, die zij bestemd en bewaard hebben voor de priesters, die in Jeruzalem dienst doen voor het aanschijn van onze God, zelf op te eten, hoewel niemand van het volk die zelfs maar mag aanraken.
En ze hebben naar Jeruzalem, waar men tot dezelfde handelwijze is overgegaan, boden gestuurd, om van de raad der oudsten daarvoor verlof te krijgen.
Zodra dat afkomt, en zij ernaar handelen, zullen zij aan u worden uitgeleverd en zo ten onder gaan.
Toen ik, uw dienares, van dat alles op de hoogte kwam, ben ik van hen weggelopen. God heeft mij gezonden om door u dingen te ondernemen waarvan heel de wereld versteld zal staan.
Want uw dienares is godvruchtig, dag en nacht de God des hemels toegewijd. Voortaan, mijn heer, blijf ik bij u. Maar 's nachts moet uw dienares naar het dal gaan om tot God te kunnen bidden; Hij zal mij zeggen wanneer zij hun zonden hebben bedreven.
Ik kom u dan op de hoogte stellen; u rukt met heel uw leger uit en niemand van hen zal u weerstaan.
Ik zal u dwars door Judea naar Jeruzalem leiden. In het hart van de stad plaats ik uw zetel. U zult met hen kunnen doen als met schapen zonder herder, en geen hond zal u aanblaffen. Hiervan werd mij de voorkennis vergund en ik ben gezonden om wat mij gezegd is aan u te boodschappen.'
Haar woorden vielen bij Holofernes en heel zijn gevolg in goede aarde. Zij stonden verwonderd over haar wijsheid en zeiden:
'In heel de wereld, van oost tot west, vindt deze vrouw in schoonheid en wijsheid haars gelijke niet.'
Holofernes zei tot haar: 'God heeft er goed aan gedaan, u uit uw volk naar ons toe te zenden. Daardoor maakt Hij ons sterk, maar bewerkt Hij de ondergang van hen die mijn heer hebben veracht.
U bent verrukkelijk om te zien en welbespraakt: als u doet wat u gezegd hebt, zal uw God mijn God zijn en zult u zetelen in het paleis van koning Nebukadnessar en gevierd zijn over heel de aarde.'

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test