HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Wee over hen die onrecht beramen en in hun bed boze daden bedenken om die bij het eerste morgenlicht te bedrijven, machtig als hun handen zijn.
Begeren zij akkers, dan roven zij die, begeren zij huizen, dan nemen zij die! Zij leggen beslag op de man en zijn huis, op de bezitter en op zijn bezit.
Daarom, zo spreekt Jahwe, ga Ik tegen dat soort lieden nu eens een boze daad bedenken, iets dat gij niet van uw nek kunt schudden, en rechtop gaan zult gij niet meer; het wordt beslist een kwade tijd!
Op die dag zal men een spotlied op u aanheffen en zal er een droevige klaagzang klinken: 'Wij zijn te gronde gericht, totaal te gronde gericht! Het erfdeel van mijn volk geeft Hij aan vreemden! Ach, Hij ontrukt het mij! Aan de goddelozen deelt Hij onze akkers uit!'
Dan zult gij niemand meer hebben die u een erfdeel toewijst in de gemeente van Jahwe.
'Houd op met profeteren!' zeggen de profeten: 'zulke dingen mag men niet profeteren! Geen schande zal ons treffen.
Zou het huis Jakob dan vervloekt zijn? Is de adem van Jahwe dan zo kort? Is dat zijn manier van doen? Weet gij dan niet, dat mijn woorden geluk brengen aan wie de wegen van de rechtvaardige gaat?'
Gisteren nog is mijn volk als een vijand opgestaan. Niets vermoedende voorbijgangers die uit de strijd terugkeren berooft gij van hun bovenkleed en laat hun niets dan hun hemd.
De vrouwen van mijn volk verdrijft gij uit de woning die hun vreugde was; aan hun kinderen ontneemt gij voorgoed de luister die Ik hun gaf.
Vooruit, gaat heen! Hier is geen rustplaats! Vanwege uw onreinheid wordt gij onherstelbaar vernietigd.
Als iemand rond zou gaan die enkel wind en leugen uitsloeg en zeggen zou: 'Ik profeteer u wijn en drank!' dan zou die man wel de ware profeet voor dit volk zijn.
Ik zal u samenbrengen, Jakob, voltallig samenbrengen. Ik zal hen verzamelen, de rest van Israƫl. Ik drijf hen bijeen als schapen in de omheining, als een kudde op haar weidegrond: het zal er gonzen van de mensen.
De baanbreker gaat voorop: zij breken uit, zij komen de poort door en trekken naar buiten; hun koning schrijdt voor hen uit, Jahwe die voorop gaat.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge