HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Israël is een weelderige wijnstok, die ook weelderige vruchten draagt. En hoe talrijker maakt Israël zijn altaren. Hoe mooier zijn land wordt, des te mooier versiert het zijn wijstenen.
Omdat zij zo dubbelhartig zijn, zullen zij na hun schuld gaan boeten. Hij zelf geeft hun altaren de nekslag en slaat de wijstenen stuk.
Ja, dan zullen zij zeggen: 'Wij hebben geen koning, want als wij Jahwe niet vrezen, wat helpt ons de koning dan?'
Terwijl ze maar praten, loze eden zweren en overeenkomsten aangaan, verwildert de rechtspraak en wordt als giftig kruid in de voren van een akker.
Om dat stieregeval van Bet-awen zullen de mensen van Samaria beven. Ja, om die stier rouwt het volk. De afgodenpriesters maken misbaar om hem: ja, zijn heerlijkheid is weggevoerd.
Ook het beeld wordt naar Assur gebracht om aan de Wraakvorst geofferd te worden. Efraim wordt met schande beladen, Israël zal om zijn houtblok beschaamd staan.
Samaria is tot zwijgen gebracht, zijn koning is als een afgebroken tak die op het water drijft.
De gruwelhoogten worden verwoest, Israëls zonde. Doornen en distels overwoekeren hun altaren. Dan roepen zij de bergen toe: 'Bedek ons!' en de heuvels: 'Val op ons neer!'
Al sinds de dagen van Gibea, Israël, hebt gij gezondigd: zij zijt bij Gibea blijven staan, alsof de oorlog tegen de boosdoeners hen daar niet treffen zou.
Dit is mijn wens: hen te tuchtigen. Volkeren zullen tegen hen verzameld worden, tegen hen die in een tweevoudige zonde verstrikt zijn.
Efraim is een vaars, die geleerd heeft gedwee te dorsen. Ikzelf merkte haar machtige nek op. Ik spande Efraim in; Juda zou ploegen en Jakob eggen.
Zaai rechtschapenheid, dan zult gij goedheid oogsten; ontgin het braakland. Het is nu de tijd om Jahwe te zoeken, totdat Hij komt en de gerechtigheid over u laat regenen.
Maar gij hebt boosheid ingeploegd, misdaad geoogst en de vrucht gegeten van het bedrog. Omdat gij vertrouwd hebt op uw eigen wegen, op het grote getal van uw helden,
daarom zal er een krijgsgeschreeuw opgaan tegen uw volk en zullen al uw vestingen verwoest worden, zoals Salman Bet-arbel verwoest heeft op de dag van de strijd, toen de moeder werd te pletter gegooid boven op haar zonen.
Dit heeft Betel u bezorgd vanwege uw barre verdorvenheid. Al bij het morgenkrieken wordt Israëls koning voorgoed tot zwijgen gebracht.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge