• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Toen zag ik op het gewelf boven de hoofden van de kerubs zo iets als een saffiersteen; hij had de vorm van een troon en daarboven was een gestalte zichtbaar.
En deze zei tot de man die in linnen gekleed was: 'Begeef u tussen het wielwerk onder de stad.' En voor mijn ogen ging hij er tussen in.
De kerubs stonden aan de rechterkant van het heiligdom, toen de man zich tussen het wielwerk begaf en een wolk vulde de binnenste voorhof.
Toen verhief de heerlijkheid van Jahwe zich van boven de kerubs en verplaatste zich naar de drempel van het heiligdom; de wolk vulde geheel het heiligdom en de voorhof baadde in de gloed van de heerlijkheid van Jahwe.
Het klapperen van de vleugels van de kerubs was hoorbaar tot in de buitenste voorhof, als de stem van de almachtige God.
Nadat Hij de man die in linnen gekleed was bevolen had vuur te nemen van tussen het wielwerk onder de kerubs, was deze naast een der wielen gaan staan.
Een van de kerubs strekte zijn hand uit naar het vuur, nam daarvan en legde het in de handen van de man die in linnen gekleed was; deze nam het vuur en ging heen.
Onder de vleugels van de kerubs was zo iets als een mensenhand zichtbaar.
Ik keek toe en zag naast de vier kerubs wielen staan, naast elke kerub een wiel; de wielen glansden als chrysoliet.
Ze zagen eruit als volgt: ze hadden alle vier dezelfde vorm; het leek alsof het ene wiel in het andere zat.
De kerubs konden zich in alle vier de richtingen voortbewegen, zonder zich daarbij om te hoeven draaien. Waar de voorste zich heenwendde volgden ook de anderen, zonder zich bij de beweging om te draaien.
Hun gehele lichaam, hun rug, hun handen en vleugels, waren bij alle vier geheel met ogen bezet; elk van de vier had een eigen wiel.
Wat de wielen betreft: ik hoorde dat men de wielen het wielwerk noemde.
Iedere kerub had vier gezichten; het eerste gezicht was dat van een kerub, het tweede dat van een mens, het derde dat van een leeuw, en het vierde dat van een arend.
Toen verhieven de kerubs zich; het waren dezelfde wezens die ik aan de Kebar gezien had.
Als de kerubs zich voortbewogen, draaiden de wielen met hen mee, en als de kerubs hun vleugels uitsloegen om zich van de grond te verheffen, weken de wielen niet van hun zijde.
Als de kerubs stilstonden, stonden de wielen stil, en als de kerubs zich verhieven, verhieven de wielen zich ook; de geest van de levende wezens beheerste ook de wielen.
Toen verliet de heerlijkheid van Jahwe de drempel van het heiligdom en plaatste zich op de kerubs.
De kerubs sloegen hun vleugels uit en verhieven zich voor mijn ogen van de grond, en de wielen gingen met hen mee. Ze daalden neer bij de oostpoort van de tempel met de heerlijkheid van de God van Israël boven zich.
Het waren dezelfde wezens die ik gezien had onder de God van Israël, toen ik aan de Kebar verbleef, en ik begreep nu dat het kerubs waren.
Ieder had vier gezichten, ieder had vier vleugels en onder hun vleugels zo iets als mensenhanden.
En wat de gezichten betreft: het waren dezelfde gezichten die ik gezien had aan de Kebar; het waren dezelfde wezens en ze bewogen zich recht voor zich uit.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test