HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Toen hoorde ik Hem met luider stem roepen: 'Treed nader, gij die de straf voltrekken moet aan de stad, uw wapens gereed om haar te vernietigen.'
Daar kwamen zes mannen door de noordelijke bovenpoort, de wapens gereed om de stad te vernietigen. Onder hen bevond zich een man in linnen gekleed en met aan zijn middel een inktkoker. Ze kwamen nader en gingen naast het bronzen altaar staan.
De heerlijkheid van de God van Israël was opgestegen van de kerubs waarop ze stond en had zich verplaatst naar de drempel van het heiligdom. Jahwe riep tot de man die in linnen gekleed was, met de inktkoker aan zijn middel:
'Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en zet een teken op het voorhoofd van de mannen die jammeren en klagen over alle gruweldaden die daar bedreven worden.'
En tot de anderen zei Hij duidelijk hoorbaar: 'Trek door de stad achter hem aan, en sla de inwoners meedogenloos en zonder erbarming neer.
Grijsaards, jongemannen en meisjes, zuigelingen en vrouwen moet ge onbarmhartig doden, maar raak niemand aan die het teken draagt; bij mijn heiligdom moet ge beginnen.' Ze begonnen dus bij de mannen die zich voor het heiligdom bevonden.
En Hij zei tot hen: 'Verontreinig de tempel en vul de voorhoven met lijken. Vooruit!' En zij vertrokken en sloegen op de bevolking in.
Terwijl ze nu bezig waren met het neerslaan en ik alleen achterbleef, wierp ik mij plat op de grond, en schreeuwde het uit: 'Ach Heer Jahwe, gaat Gij nu de hele rest van Israël vernietigen en uw woede koelen aan Jeruzalem?'
Hij zei tot mij: 'De ongerechtigheid van het volk van Israël en van Juda is buitengewoon groot; gerechtelijke moord is in het land aan de orde van de dag en geweldpleging in de stad. Ze denken: Jahwe heeft het land in de steek gelaten, Jahwe ziet er niet naar om.
Daarom wil Ik geen erbarming kennen en geen medelijden hebben; hun daden zal Ik op hun eigen hoofd doen neerkomen.'
Daarop kwam de man die in linnen gekleed was, met de inktkoker aan zijn middel, verslag uitbrengen en zei: 'Ik heb gedaan wat Gij me bevolen hebt.'
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge