Hij zei tot mij: 'Mensenkind, Ik zend u tot de Israëlieten, dat volk van rebellen dat zich tegen Mij verzet heeft; zij en hun vaderen hebben tegen Mij gezondigd tot op de dag van vandaag.
En wat u zelf betreft, mensenkind: wees niet bang voor hen en voor wat ze zeggen; al groeien er doornen om u heen en al zit ge op schorpioenen, wees niet bevreesd voor hun woorden en niet beducht voor hun aanblik, het is nu eenmaal een weerspannig volk.