HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
In het begin van de regering van Jojakim, zoon van Josia, de koning van Juda, kwam dit woord van Jahwe tot Jeremia:
Dit zegt Jahwe tot mij: Gij moet een juk maken met riemen en dat op uw schouders nemen.
Dan moet ge aan de gezanten van de koningen van Edom, Moab en Ammon, van Tyrus en Sidon, die in Jeruzalem bij koning Sidkia van Juda zijn,
de volgende boodschap meegeven voor hun meesters: `Dit zegt Jahwe van de machten, Israëls God: Gij moet uw meesters zeggen:
Ik heb de aarde, de mensen en de dieren die erop wonen, gemaakt met grote macht en opgeheven arm, en Ik geef haar aan wie Ik wil.
Welnu, Ik geef uw gebieden aan mijn dienaar, koning Nebukadnessar van Babel. Zelfs over de dieren geef Ik hem macht.
Aan hem, zijn zoon en zijn kleinzoon zullen alle volken onderworpen zijn, totdat ook voor zijn land de tijd komt, dat machtige volken en grote koningen het onderwerpen.
Het volk of het koninkrijk dat zich niet onderwerpt aan koning Nebukadnessar van Babel en zijn nek niet buigt onder zijn juk, sla Ik met zwaard, honger en pest - godsspraak van Jahwe -, totdat het geheel in zijn macht is.
Luister dus niet naar uw profeten, uw waarzeggers, uw droomuitleggers, uw wichelaars, uw tovenaars die zeggen: Onderwerp u niet aan de koning van Babel.
Met alle leugens die zij u verkondigen, bereiken ze slechts dat u uit uw land wordt verjaagd, dat Ik u verdrijf, uw ondergang tegemoet.
Maar het volk dat zijn nek buigt onder het juk van de koning van Babel en zich aan hem onderwerpt, laat Ik op zijn eigen grond wonen - godsspraak van Jahwe -.'
Tot koning Sidkia van Juda zeg ik hetzelfde: `Buig uw nek onder het juk van de koning van Babel; onderwerp u aan hem en zijn volk, dan blijft u in leven.
Of wilt u met uw volk omkomen door het zwaard, de honger en de pest, waarmee Jahwe het volk heeft bedreigd dat zich niet onderwerpt aan de koning van Babel?
Luister niet naar de profeten die zeggen: Onderwerp u niet aan de koning van Babel. Want ze verkondigen leugens.
Ik heb hen niet gezonden - godsspraak van Jahwe -. Met de leugens die ze in mijn naam verkondigen, bereiken ze slechts dat Ik u verdrijf, uw ondergang tegemoet, samen met die profeten.'
Ook tot de priesters en het hele volk zeg ik: `Luister niet naar de profeten die u verkondigen: Alle tempelschatten komen binnenkort weer uit Babel terug. Ze verkondigen leugens.
Luistert dus niet naar hen. Onderwerpt u aan de koning van Babel, dan blijft u in leven. Of wilt u, dat deze stad een puinhoop wordt?
Als zij werkelijk profeten zijn en het woord van Jahwe spreken, laten ze er dan bij Jahwe van de legerscharen op aandringen dat de schatten die nog in de tempel van Jahwe, in het koninklijk paleis en in Jeruzalem zijn gebleven, niet naar Babel gaan.
Want dit zegt Jahwe van de legerscharen over de zuilen, de Zee met de onderstellen en de andere schatten die nog in deze stad zijn gebleven
en van die bij de wegvoering van Jekonja, zoon van Jojakim, en de edelen van Juda en Jeruzalem, naar Babel niet door koning Nebukadnessar van Babel zijn meegenomen,
dit zegt Jahwe van de machten. Israëls God: De schatten die in de tempel, in het koninklijk paleis en in Jeruzalem zijn gebleven
worden naar Babel gebracht, en daar blijven ze, tot op de dag dat Ik ze weer onder mijn hoede neem - godsspraak van Jahwe -. Dan breng Ik ze terug naar deze plaats.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge