• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Aanval op de tempel en de eredienst
Dit woord van Jahwe kwam tot Jeremia:
Ga naar het huis van Jahwe en verkondig daar in de poort deze boodschap: Luister naar het woord van Jahwe, mannen van Juda, die door deze poort gaat om u voor Hem neer te buigen.
Dit zegt Jahwe van de machten, Israëls God: Beter uw leven, dan laat Ik u wonen op deze plaats.
Vertrouw niet op de valse leus: `Dit is de tempel van Jahwe, de tempel van Jahwe, de tempel van Jahwe!'
Maar beter uw leven, behandel elkaar rechtvaardig,
verdruk geen vreemdeling, weduwe of wees, vergiet geen onschuldig bloed op deze plaats en loop niet achter andere goden aan, tot uw eigen verderf.
Dan laat Ik u wonen op deze plaats, in het land dat Ik aan uw voorvaderen gegeven heb voor altijd.
Maar gij vertrouwt op valse, waardeloze leuzen.
Gij steelt, gij moordt, ge pleegt echtbreuk, ge zweert vals, ge offert aan de baals en loopt achter andere goden aan, die gij nooit hebt gekend.
En dan durft ge in dit huis dat mijn naam draagt nog voor mij verschijnen en zeggen: `We zijn veilig!' Maar ondertussen blijft ge al die wandaden bedrijven.
Is het huis dat mijn naam draagt, in uw ogen soms een rovershol? In mijn ogen beslist niet - godsspraak van Jahwe -.
Ga eens naar de plaats in Silo, waar Ik vroeger mijn naam heb gevestigd, en kijk wat Ik daarmee gedaan heb om de wandaden van Israël, mijn volk.
Welnu, omdat gij dergelijke dingen doet - godsspraak van Jahwe -, omdat ge niet luistert, ofschoon Ik voortdurend tot u heb gesproken, niet antwoordt, ofschoon Ik heb geroepen,
daarom zal Ik met dit huis dat mijn naam draagt en waar ge zo op vertrouwt met de plaats die Ik aan uw vaderen gegeven heb, hetzelfde doen als Ik met Silo gedaan heb.
Ik verstoot u, zoals Ik met uw broeders, met heel Efraïm, heb gedaan.
Bid niet meer voor dit volk, blijf niet jammeren en smeken, dring niet langer aan: Ik verhoor u toch niet.
Ziet ge soms niet wat er in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem gebeurt?
De kinderen sprokkelen hout, de vaders stoken het vuur en de vrouwen kneden deeg om koeken te bakken voor de koningin van de hemel. Ze beledigen Mij door offers te brengen aan andere goden.
Maar beledigen ze Mij wel - godsspraak van Jahwe - en niet veeleer zichzelf, tot hun eigen schande?
Daarom zegt Jahwe de Heer: Mijn gloeiende toorn stort zich uit over deze plaats, over mens en dier, over de bomen op het veld en de vruchten op de akker: een brand die niet wordt gedoofd.
Dit zegt Jahwe van de machten, Israëls God: Vermeerder uw brand - en slachtoffers maar, en eet er het vlees van.
Toen Ik uw voorvaderen uit Egypte leidde, heb Ik hun niets gezegd, hun geen voorschriften gegeven over brand - en slachtoffers.
Dit alleen heb Ik hen bevolen: Luister naar Mij, dan zal Ik uw God zijn en gij zult mijn volk zijn. Volg de weg die Ik u wijs, dan zal het u goed gaan.
Maar ze hebben niet geluisterd en Mij niet gehoorzaamd. Ze bleven hardnekkig in de boosheid. Hoe langer hoe meer keerden ze zich van Mij af.
Sinds de uittocht van uw voorvaderen uit Egypte, tot heden toe, heb Ik u mijn dienaren de profeten gezonden, telkens weer.
Maar ze hebben niet naar Mij geluisterd en Mij niet gehoorzaamd. Ze bleven hardnekkig, meer nog dan hun voorvaderen.
Zeg hun dat alles, luisteren zullen ze niet; roep het hun toe, antwoorden zullen ze niet.
Dan moet ge tegen hen zeggen: Hier is nu het volk dat niet wil luisteren naar Jahwe zijn God, dat zich niet laat beleren. Weg is de oprechtheid, ze komt niet meer over hun lippen.
Knip uw haar af en gooi het weg. Hef op de hoogten een klaaglied aan, want Jahwe heeft dit volk verworpen en het in zijn woede verstoten.
Het kwaad van de Judeeërs heeft mijn misnoegen opgewekt - godsspraak van Jahwe -. Zij hebben het huis dat mijn naam draagt, onteerd; ze hebben er hun afgodsbeelden opgesteld.
Ze bouwden de offerhoogten van Tofet in het Ben-hinnom-dal om er hun zonen en dochters te verbranden, ofschoon Ik dat niet had bevolen en er nooit van heb willen weten.
Daarom komt er een tijd - godsspraak van Jahwe - dat men niet meer zal zeggen: `Tofet en Ben-hinnom-dal', maar `dal van de slachting'. En Tofet wordt een grote begraafplaats.
De vogels en de wilde dieren azen op lijken van dit volk, zonder dat iemand ze opschrikt.
In de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem laat Ik de kreten van blijdschap en vreugde, het zingen voor bruidegom en bruid verstommen: het land wordt een puinhoop.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test