HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Uitspraak over de woestijn bij de zee. Als stormvlagen die over de Negeb jagen, komt het onheil opzetten uit de woestijn, uit een schrikaanjagend land.
Een somber visioen werd voor mij ontvouwd. Geweldenaars plegen geweld en verwoesters richten verwoestingen aan. Rukt uit, Elamieten. Meden, slaat het beleg! Aan alle gezucht maak Ik een einde.
Daarom worden mijn lenden door een siddering bevangen en weeën grijpen mij aan als een barende vrouw; ik ben verbijsterd door wat ik hoor, ontdaan door wat ik zie.
Ontredderd is mijn hart, paniek overvalt mij; de schemering die mij zo lief was, is nu voor mij een verschrikking!
De tafel wordt gedekt, kleden gespreid, men eet en drinkt! Vooruit, bevelhebbers, de schilden gesmeerd,
want de Heer heeft mij gezegd: `Zet een wachter uit, die moet melden wat hij ziet.
Ontwaart hij strijdwagens, met paarden bespannen, een legertros met ezels en kamelen, dan moet hij scherp, zeer scherp toezien.'
De wachter roept: `De hele dag sta ik op de wachttoren, Heer, en alle nachten blijf ik trouw op mijn post.'
Daar zijn zij, de strijdwagens, bemand en met paarden bespannen. En weer roept hij: `Babel is gevallen, gevallen! Al zijn afgodsbeelden liggen verbrijzeld tegen de grond.
O mijn volk, op de dorsvloer vertrapt, wat ik gehoord heb van Jahwe der legerscharen, de God van Israël, dat verkondig ik u.
Uitspraak over Duma. Men roept mij uit Seir: `Wachter, hoever is de nacht? Wachter, hoever is de nacht?'
De wachter antwoordt: `De morgen is gekomen, de nacht is voorbij. Als gij vragen wilt, vraagt dan, komt maar terug.'
Uitspraak over Arabië. Brengt de nacht door in het kreupelhout van Arabië, karavanen der Dedanieten.
Brengt de dorstigen water, bewoners van Tema, gaat de vluchtelingen met brood tegemoet.
Want zij zijn op de vlucht voor het zwaard, voor het getrokken zwaard, voor de gespannen boog, voor het geweld van de oorlog.
Dit heeft de Heer mij gezegd: Nog een jaar, gerekend naar de jaren van een dagloner, en het is uit met de glorie van kedar.
En wat er rest van de boogschutters onder Kedars strijders, zal gering in aantal zijn. Jahwe, de God van Israël, heeft gesproken.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge