HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Uitspraak over Damascus. Damascus zal geen stad meer zijn: er blijft slechts een puinhoop van over.
De steden van Aroer liggen verlaten; de kudden hebben er vrij baan; zij rusten er en niemand schrikt ze op.
Het is gedaan met Efraïms versterkte steden en met Damascus' koninkrijk. De rest van Aram zal het vergaan als de glorie van Israëls zonen, zo luidt de godsspraak van jahwe der legerscharen.
Op die dag blijft er van Jakobs gewicht slechts weinig over, en slinkt zijn wel doorvoede lichaam weg.
Dan gaat het zoals wanneer een maaier de halmen bijeenpakt, en afmaait met zijn hand of als bij het aren lezen in het dal der Refaieten:
er blijft slechts een nalezing over; of bij het afslaan van de olijven: nog twee, drie rijpe vruchten boven in de top, nog vier of vijf aan de takken van de boom. Zo luidt de godsspraak van Jahwe, Israëls God.
Op die dag zullen de mensen opzien naar hun maker, hun ogen richten naar Israëls Heilige.
Zij zullen niet meer opzien naar hun altaren, het werk van hun handen, noch naar hun heilige palen en wierookbranders.
Op die dag zullen uw vestingsteden gelijken op verlaten plekken in het woud, op bergtoppen die men heeft verlaten uit vrees voor Israëls zonen: een woestenij.
Want gij hebt de God die uw heil is vergeten, aan de rots die uw vesting is niet meer gedacht: daarom hebt gij Adonistuinen aangelegd en er vreemde stekken geplant.
Laat ze gedijen op de dag zelf dat gij ze aanlegt laat ze maar bloeien die morgen dat gij ze plant: er komt geen oogst op de dag van de ziekte, van het ongeneeslijk zeer!
Wee, het razen van talrijke naties, geraas als van razende golven; gebulder van volken als het gebulder van bulderende wateren.
Volken bulderen als bulderende wateren, maar God dreigt en ver vluchten ze weg, als kaf op de bergen, gejaagd door de wind, bladeren, dwarrelend in de storm.
's Avonds worden zij opgeschrikt, en eer het morgen is zijn zij weggevaagd. Dat staat hun te wachten die ons beroven, dat is het lot van onze plunderaars.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge