HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
In de tijd dat Achaz, de zoon van Jotam, de zoon van Uzzia, koning van Juda was, trokken Resin, de koning van Aram, en Pekach, de zoon van Remaljahu en koning van Israël, tegen Jeruzalem ten strijde. Zij konden het evenwel niet innemen.
Er werd gemeld aan het huis van David: `De Arameeërs hebben zich in Efraïm gelegerd.' Toen beefden het hart van de koning en het hart van het volk, zoals de bomen in het woud beven onder de wind.
Maar Jahwe zei tot Jesaja: `Ga Achaz tegemoet, gij en uw zoon Rest-terug, op de weg naar het Vollersveld, naar het einde van de waterleiding van de bovenste vijver.
Zeg hem: Bedwing u! Blijf rustig, vrees niet, laat u niet van streek brengen door die twee rokende houtstompen, door de vlammende toorn van Resin van Aram, en van de zoon van Remaljahu.
Laat Aram, Efraïm en de zoon van Remaljahu maar plannen smeden en zeggen:
Wij rukken op tegen Juda, om het uit elkaar te scheuren en te overmeesteren en wij stellen er de zoon van Tabeel tot koning aan.
Dit zegt Jahwe de Heer: Dat bestaat niet, dat gebeurt niet!
Zowaar als de hoofdstad van Aram slechts Damascus is, en het hoofd van Damascus slechts Resin,
zowaar als de hoofdstad van Efraïm slechts Samaria is, en het hoofd van Samaria de zoon van Remaljahu - over vijfenzestig jaar is Efraïm als volk verdelgd -, Als gij niet standvastig gelooft, dan houdt gij geen stand!'
Ook dit liet Jahwe tot Achaz zeggen:
'Vraag Jahwe, uw God, om een teken, hetzij uit de diepte van de onderwereld of uit de hoogte daarboven.'
Maar Achaz antwoordde: `Dat doe ik niet, ik stel Jahwe niet op de proef.'
Toen zei de profeet: `Luister, huis van David! Is het u niet genoeg mensen te tergen, dat gij ook nog mijn God moet tergen?
Daarom geeft de Heer zelf u een teken: Zie de jonge vrouw is zwanger, en zal een zoon ter wereld brengen, en gij zult hem de naam Immanuël geven.
Boter en honing zal hij eten, totdat hij het kwade weet te verwerpen en het goede te kiezen.
Want voordat de knaap het kwade weet te verwerpen en het goede te kiezen, is het land van de beide koningen, die u zulk een angst aanjagen, ontvolkt.
Jahwe zal voor u en uw volk, en voor het huis van uw vader een tijd doen aanbreken, zoals er nooit een geweest is, sinds de dag dat Efraïm zich van Juda heeft afgescheiden: de koning van Assur.'
Op die dag geeft Jahwe een fluitsignaal voor de vliegen aan de verste kanalen van Egypte en voor de bijen in Assur.
Allen te zamen komen zij neergestreken in de kloven der dalen en de spleten der rotsen, op alle doornstruiken en bij alle drinkplaatsen.
Op die dag huurt Jahwe een scheermes aan de overzijde van de Eufraat - de koning van Assur -, en scheert u het haar af, van kop tot teen, ook de baard neemt Hij weg.
Op die dag houdt een man een vaars en een paar geiten
en dank zij de overvloed aan melk die ze geven zal hij boter eten, want boter en honing zal ieder eten die in het land is overgebleven.
Op die dag zal ieder stuk grond, beplant met duizend wijnstokken en duizend zilverstukken waard, ten prooi vallen aan de distels en de doornen.
Slechts met pijl en boog dringt men er binnen, want het land zal een en al distels en doornen zijn.
En al het bergland dat vroeger met de hak werd bewerkt, men komt er niet meer uit vrees voor de distels en de doornen; men drijft er het rundvee in en de schapen lopen het plat.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge