HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Spreuken van Salomo. Een wijze zoon brengt vreugde aan zijn vader, een dwaze zoon is het verdriet van zijn moeder.
De schatten, door onrecht verkregen, brengen geen baat, maar gerechtigheid redt van de dood.
Jahwe laat de rechtvaardige geen honger lijden, maar Hij verzet zich tegen de begeerte van de zondaars.
Een luie hand brengt armoede, maar ijverige handen maken rijk.
Wie `s zomers een voorraad verzamelt is een wijs man, wie de oogsttijd verslaapt is een schandvlek.
Zegen rust op het hoofd van de rechtvaardige, maar de mond van de zondaars zit vol onrecht.
Het aandenken van de rechtvaardige is een zegen, maar de naam van de zondaars zal verrotten.
Wie wijs van hart is aanvaardt geboden, maar wie dwaasheid uitkraamt komt ten val.
Wie onberispelijk wandelt, hij wandelt veilig, maar wie kronkelwegen gaat wordt ontmaskerd.
Wie knipoogt brengt verdriet teweeg en wie dwaasheid uitkraamt komt ten val.
Een bron van leven is de mond van de rechtvaardige, maar de mond van de zondaars zit vol onrecht.
De haat brengt twist teweeg, maar de liefde bedekt alle zonden.
Op de lippen van wie schrander is wordt wijsheid gevonden, op de rug van wie geen verstand heeft komt de stok neer.
De wijzen bewaren hun kennis zorgvuldig, maar de mond van de dwaas is een naderend onheil.
Het bezit van de rijke is voor hem een machtige stad, het onheil van de noodlijdenden is hun armoede.
Wat de rechtvaardige verwerft leidt tot leven, de inkomsten van de zondaar leiden tot zonde.
Wie onderrichting ter harte neemt is op weg naar het leven, maar wie een vermaning versmaadt dwaalt af.
Hij die zijn haat verbergt heeft leugenachtige lippen, hij die laster verbreidt is een dwaas.
Bij een overvloed van woorden blijft de zonde niet uit, maar wie zijn lippen in toom houdt handelt verstandig.
Uitgelezen zilver is de tong van de rechtvaardige, maar het hart van de zondaars heeft maar weinig waarde.
De lippen van de rechtvaardige voeden velen, de dwazen sterven door onverstand.
De zegen van Jahwe is het, die rijk maakt: daarmee vergeleken richt ons eigen zwoegen niets uit
In het plegen van een schanddaad vindt een dwaas genoegen, maar in wijsheid de man van inzicht.
Wat de zondaar vreest, dat overkomt hem, maar het verlangen van de rechtvaardige wordt vervuld.
Nauwelijks is de storm voorbij, of de zondaar is verdwenen, maar de rechtvaardige houdt altijd stand.
Als azijn voor de tanden, als rook voor de ogen, zo is de luiaard voor wie hem een opdracht geven.
De vrees voor Jahwe vermeerdert de dagen, maar de jaren der zondaars worden verkort.
Voor de rechtvaardige is vreugde weggelegd, maar de hoop der goddelozen gaat ten onder.
Jahwe is een bolwerk voor wie in onschuld wandelt, maar Hij brengt verderf over de boosdoeners.
De rechtvaardige zal nooit ofte nimmer wankelen, maar de zondaars blijven het land niet bewonen.
De mond van de rechtvaardige brengt wijsheid voort, maar de slinkse tong wordt afgesneden.
De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, de mond van de zondaars weet alleen van slinkse streken.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge