• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Eens leefde er in Us een onberispelijk en rechtschapen man die Job heette; hij vreesde God en hield zich ver van het kwaad.
Zeven zonen had hij en drie dochters;
hij bezat zevenduizend stuks kleinvee, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen, en zeer veel slaven en slavinnen: hij was de rijkste man van heel het Oosten.
Zijn zonen waren gewoon om de beurt een dag feest te geven, ieder in zijn eigen huis; ook hun drie zusters nodigden zij op die maaltijden.
Als ieder aan de beurt was geweest, riep Job hen bij zich voor een reinigingsceremonie; vroeg in de morgen bracht hij dan een brandoffer voor ieder van hen, want, zei hij,' misschien hebben mijn zonen gezondigd en God in hun hart vervloekt.' Dit was zijn vaste gewoonte.
 
Op de dag dat de hemelingen gewoonlijk bij Jahwe hun opwachting maken, kwam ook Satan met hen mee.
En Jahwe zei tot Satan: 'Waar ben je allemaal geweest?' 'Ik heb rondgezworven over de aarde', antwoordde Satan.
'Wel,' vroeg Jahwe,' heb je ook gelet op Job, mijn dienaar? Op aarde is er geen tweede zoals hij, onberispelijk, rechtschapen, hij vreest God en houdt zich ver van het kwaad.'
Satan gaf ten antwoord: 'Hij vreest God niet voor niets!
Gij hebt hemzelf, zijn familie en heel zijn bezit aan alle kanten omgeven en beschermd, Gij zegent al wat hij onderneemt, en zijn bezit grijpt steeds verder om zich heen in het land.
Maar pak hem eens aan, tref hem in al wat hij heeft: wedden dat hij U vloekt in uw gezicht.'
Toen zei Jahwe tegen Satan: 'Goed, al wat hij heeft is in jouw hand, alleen van hemzelf moet je afblijven.' En Satan verliet de vergadering.
 
Welnu, op de dag dat de zonen en dochters van Job weer hun feestmaal hadden in het huis van hun oudste broer,
komt daar een bode bij Job met de tijding: 'De runderen waren aan het ploegen, vlakbij graasden de ezelinnen,
en daar komen de Sabeeën ons overvallen: ze roven het vee en slaan de knechten neer met het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.'
Hij was nog niet uitgesproken, of een volgende kwam met de tijding: 'Een geweldig vuur is uit de hemel neergeregend, heeft vreselijk huisgehouden onder schapen, geiten, herders en ze vernietigd. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.'
Hij was nog niet uitgesproken, of weer kwam iemand met de tijding: 'De Chaldeeën hebben in drie groepen onze kamelen overvallen: ze hebben de dieren geroofd en de knechten neergeslagen met het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.'
Hij was nog niet uitgesproken, of een vierde kwam met de tijding: 'Uw zonen en dochters hielden hun feestmaal in het huis van hun oudste broer;
daar komt een machtige windhoos uit de woestijn en valt op alle vier de hoeken van het huis: het stort in en uw kinderen vinden de dood. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.'
 
Toen scheurde Job zijn kleed, schoor zijn hoofd kaal, wierp zich plat op de grond
en zei: 'Naakt kom ik uit de schoot van moeder aarde, naakt keer ik daar terug. Jahwe geeft, Jahwe neemt, gezegend de naam van Jahwe.'
Ondanks deze gebeurtenissen zondigde Job niet; hij deed God geen enkel verwijt.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test