HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Toen Rechabeam zijn koningschap stevig gevestigd had en gezag had gekregen, werden hij en heel Israël ontrouw aan de wet van Jahwe.
Omdat zij van Jahwe waren afgevallen, rukte Sisak, de koning van Egypte, in het vijfde regeringsjaar van koning Rechabeam tegen Jeruzalem op
met twaalfhonderd strijdwagens en zestigduizend ruiters en met een ontelbaar leger van Libiërs, Sukkiieten en Kusieten.
Hij veroverde de vestingsteden van Juda en rukte tot Jeruzalem op.
Toen begaf de profeet Semaja zich naar Rechabeam en de magistraten van Juda, die uit vrees voor Sisak in Jeruzalem bijeengekomen waren, en zei tot hen: 'Zo spreekt Jahwe: Gij hebt Mij de rug toegekeerd; daarom keer Ik u de rug toe en geef u prijs aan Sisak.'
Maar de magistraten van Israël en de koning bogen zich neer en zeiden: 'Jahwe is rechtvaardig.'
Toen Jahwe zag dat ze zich vernederden, werd tot Semaja het woord van Jahwe gericht: 'Omdat zij zich vernederd hebben, zal Ik hen niet vernietigen maar op het laatste ogenblik nog uitkomst brengen. Door Sisak zal Ik niet mijn woede aan Jeruzalem koelen,
maar het zal hem onderdanig moeten zijn om te ervaren wat het is: Mij te dienen of aardse koningen.'
Sisak, de koning van Egypte, rukte dus tegen Jeruzalem op en roofde de schatten van de tempel van Jahwe en die van het koninklijk paleis. Alles nam hij mee; ook de gouden schalen die Salomo had laten maken.
In plaats daarvan liet koning Rechabeam bronzen schilden maken en vertrouwde die toe aan de oversten van de lijfwacht die de ingang van het koninklijk paleis bewaakte.
Zo dikwijls de koning naar de tempel van Jahwe ging droeg de lijfwacht ze mee en bracht ze na afloop weer terug naar het wachtlokaal.
Omdat Rechabeam zich vernederd had, wendde de toorn van Jahwe zich van hem af en richtte hij hem niet geheel en al te gronde; er was trouwens nog veel goeds in Juda.
Koning Rechabeam wist zijn gezag in Jeruzalem te herstellen en bleef koning. Rechabeam was eenenveertig jaar toen hij koning werd en heeft zeventien jaar geregeerd in Jeruzalem, de stad die Jahwe uit alle stammen van Israël heeft uitverkoren om er zijn naam te doen wonen. Zijn moeder heette Naäma en was een Ammonitische.
Hij deed kwaad doordat hij zich niet van ganser harte op Jahwe richtte.
De regering van Rechabeam, van het begin tot het einde, en zijn stamboom staan beschreven in de verhalen over de profeet Semaja en de ziener Iddo. Er was voortdurend oorlog tussen Rechabeam en Jerobeam.
Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad; hij werd opgevolgd door zijn zoon Abia.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge