HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Salomo's faam was ook doorgedrongen tot de koningin van Seba. Zij kwam in Jeruzalem aan met een zeer grote stoet kamelen, beladen met reukwerken, zeer veel goud en kostbare stenen, om hem met raadsels op de proef te stellen. Zij werd tot Salomo toegelaten en legde hem alles voor wat zij in de gedachte had.
Maar Salomo wist het antwoord op al haar vragen; niets was voor de koning zo moeilijk dat hij haar het antwoord schuldig moest blijven.
Toen de koningin van Seba bevond hoe wijs Salomo was, en zij het paleis zag dat hij had laten bouwen,
de spijzen op zijn tafel, de hovelingen die mee aanzaten, de lakeien in hun uniform, de schenkers in hun uniform, de brandoffers die hij geregeld opdroeg in de tempel van Jahwe, was zij buiten zichzelf van verbazing,
en ze zei tot de koning: 'Het is dus waar wat ik in mijn hand gehoord heb over uw wijsheid en uw ondernemingen.
Ik kon het niet geloven, totdat ik hier kwam om mezelf ervan te overtuigen. Heus, men heeft mij nog niet de helft verteld over uw ontzaglijke wijsheid: het is allemaal nog veel indrukwekkender dan ik uit de geruchten die erover gaan begrepen had.
Wat een voorrecht voor uw mannen, wat een voorrecht voor uw dienaren, dat zij voortdurend voor u mogen staan en uw woorden vol wijsheid horen!
Gezegend zij Jahwe, uw God, die in u zoveel welgevallen heeft gehad, dat Hij u geplaatst heeft op zijn troon als koning voor Jahwe, uw God! En die in zijn niet aflatende liefde voor Israël u voor altijd gemaakt en aangesteld heeft tot hun koning, om volgens recht en gerechtigheid te regeren.'
Toen schonk zij aan de koning honderdtwintig talenten goud en reukwerken in zeer grote hoeveelheid, alsook kostbare stenen. Nooit meer is er zoveel reukwerk aangevoerd als de koningin van Seba toen aan koning Salomo geschonken heeft.
Ook de dienaren van Churam en van Salomo brachten behalve het goud nog sandelhout en kostbare stenen mee.
Van het sandelhout maakte de koning trappen voor de tempel van Jahwe en voor het paleis van de koning, alsook citers en harpen voor de zangers. Tot dan toe was er nooit zoveel sandelhout gezien in Juda.
Van zijn kant gaf Salomo aan de koningin van Seba alles wat zij maar wenste, meer dan zij zelf voor de koning meegebracht had. Hierop aanvaardde zij de terugreis en keerde met haar dienaren naar haar land terug.
Het inkomen van Salomo bedroeg per jaar zeshonderdzesenzestig talenten goud,
behalve nog wat de handelaars, de kooplieden, de koningen van Arabië en de stadhouders van het rijk Salomo opbrachten in goud en zilver.
Koning Salomo liet tweehonderd grote schilden van geslagen goud maken; zeshonderd sikkel goud waren nodig voor een zo'n schild!
Verder driehonderd kleine schilden van geslagen goud; driehonderd gouden sikkels waren nodig voor een klein schild. De koning liet ze ophangen in het huis' Libanonwoud'.
De koning liet ook een grote troon maken van ivoor en die met fijn goud bekleden.
Zes treden had die troon en een gouden voetbank die aan de troon bevestigd was, alsook aan beide kanten van de zitting armleuningen; naast de armleuningen stonden twee leeuwen.
Op de zes treden stonden twaalf leeuwen, aan weerskanten zes. Voor geen koning nog was ooit zoiets gemaakt!
Al het drinkgerei van koning Salomo was van goud. Ook al het vaatwerk van het huis' Libanonwoud' was van zuiver goud. Zilver was in de tijd van Salomo niet in tel.
Want de Tarsisschepen, de schepen van de koning die met de dienaren van Churam op Tarsis voeren, liepen eens in de drie jaar binnen met goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.
Zo overtrof koning Salomo alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid,
en alle koningen der aarde verlangden Salomo te bezoeken en te luisteren naar de wijsheid waarmee God hem begiftigd had.
Zij brachten allen geschenken mee, zilveren en gouden voorwerpen, gewaden, wapens, reukwerken, paarden en muildieren. En dit geschiedde jaar in, jaar uit.
Salomo bezat tienduizend span paarden en wagens, en twaalfduizend ruiters, die hij onderbracht in de wagenparken en bij zijn paleis in Jeruzalem.
Hij heerste over alle koningen van de Rivier tot aan het land der Filistijnen en de Egyptische grens.
Dank zij het beleid van de koning was het zilver in Jeruzalem zo gewoon als stenen, en cederhout zag men er als sycomoren in de Sefela.
Ook voerde Salomo paarden in uit Misraim en allerlei andere landen.
Verdere bijzonderheden over Salomo uit vroegere en latere tijd zijn te vinden in de kronieken van de profeet Natan, en in de visioenen van de ziener Jedo over Jerobeam, de zoon van Nebat.
Salomo regeerde in Jeruzalem veertig jaar lang over heel Israël.
Hij ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge