• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Enige tijd later schafte Absalom zich een staatsiewagen en paarden aan en hij nam een escorte van vijftig man in zijn dienst.
Ook ging hij 's morgens vroeg aan de kant van de weg staan die naar de stadspoort leidt; als er dan iemand langs kwam die een klacht had en zijn zaak aan de koning wilde voorleggen sprak Absalom hem aan en vroeg: `Uit welke stad komt u?' Wanneer de man dan antwoordde dat hij uit een van de stammen van Israël kwam,
zei Absalom tot hem: `Uw klacht is zeker wel redelijk en gerechtvaardigd, maar bij de koning zult u geen gehoor vinden.'
En Absalom voegde er dan aan toe: `Was er maar iemand die mij als rechter in dit land aanstelde! Bij mij zou iedereen met zijn klacht of rechtszaak kunnen komen: ik verschafte hem wel recht!'
En telkens als iemand naar hem toekwam om hem zijn hulde te brengen, stak Absalom zijn hand uit, hield de man vast en kuste hem.
Zo handelde Absalom tegenover alle Israëlieten die naar de koning gingen om recht te krijgen en hij wist waarmee het hart van de mannen van Israël te stelen.
Na verloop van vier jaren zei Absalom tot de koning: `Ik wil graag naar Hebron gaan om een gelofte te volbrengen die ik aan Jahwe daar gedaan heb.
Want toen uw dienaar te Gesur in Aram verbleef, heb ik de gelofte afgelegd: Als Jahwe geeft dat ik werkelijk naar Jeruzalem terugkeer, zal ik Hem mijn eerbetoon gaan brengen.'
De koning antwoordde: `Ga maar; goede reis!' Absalom begaf zich dus naar Hebron.
Tegelijkertijd zond hij onder alle stammen van Israël in het geheim boden rond, tot wie hij zei: 'Zodra u bazuingeschal hoort, moet u roepen: Absalom is koning geworden in Hebron!'
Tweehonderd mannen uit Jeruzalem gingen met Absalom mee, genodigden, die hem te goeder trouw en niets vermoedend vergezelden.
Ook liet Absalom, toen hij ging offeren, Davids raadsheer, de Giloniet Achitofel komen, uit zijn woonplaats Gilo. Zo won de samenzwering aan kracht en sloten steeds meer mensen zich bij Absalom aan.
Toen kwam bij David een bode met het bericht dat de Israëlieten de zijde van Absalom gekozen hadden.
Daarop zei David tot al zijn dienaren die bij hem in Jeruzalem waren: `Vooruit, wij moeten vluchten; anders ontkomen wij niet aan Absalom. Als u niet haastig vertrekt, zal hij ons voor zijn, ons in het onheil storten en zijn zwaard tegen de stad keren.'
De dienaren van de koning antwoordden: `Zoals onze heer de koning beslist. Uw dienaren zijn bereid.'
Zo vertrok de koning, gevolgd door heel zijn hofhouding: tien bijvrouwen liet hij achter om toezicht te houden op het paleis.
De koning vertrok, gevolgd door heel het leger. Zij hielden halt bij het Verre Huis
en al zijn dienaren bleven aan zijn zijde staan, terwijl de Keretieten en Peletieten en ook alle Gittieten, zeshonderd man uit Gat die zich bij hem aangesloten hadden, aan de koning voorbijtrokken.
De koning sprak Ittai de Gittiet aan en vroeg hem: `Waarom gaat ook u met ons mee? Keer terug en blijf bij de koning, want u bent buitenlander en bovendien uit uw woonplaats verbannen.
U bent nog maar nauwelijks aangekomen: moet ik u nu al weer opjagen om met ons te gaan, terwijl ik zelf niet eens weet waar ik terecht kom? Ga terug en laat ook uw broeders teruggaan. Moge Jahwe zijn liefde en trouw aan u bewijzen.'
Maar Ittai antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar mijn heer de koning leeft, nooit zal uw dienaar mijn heer de koning verlaten, wat hem ook wacht, de dood of het leven.'
Toen zei David tot Ittai: `Dan moet u doorgaan.' En Ittai de Gittiet trok voorbij met al zijn mannen en zijn verdere aanhang.
Alle mensen stonden luid te wenen, terwijl heel dat leger voorbijmarcheerde en de koning vervolgens de beek Kidron overstak en het leger de richting van de woestijn insloeg.
Zelfs Sadok en alle levieten waren meegekomen; de ark van het verbond van God, die zij meegedragen hadden, zetten zij daar neer en Abjatar droeg er offers op, totdat het gehele leger uit de stad voorbijgetrokken was.
Toen zei de koning tot Sadok: `Breng de ark van God weer terug naar de stad. Als Jahwe mij goed gezind is, laat Hij mij terugkeren en laat Hij mij de ark en haar woonplaats weerzien.
Maar als Hij laat blijken dat Hij geen behagen in mij heeft, laat Hem dan met mij doen wat Hem goeddunkt.'
De koning zei tot Sadok de priester: `Let goed op! Keer rustig naar de stad terug met uw zoon Achimaas en met Jonatan, de zoon van Abjatar, uw twee zonen.
Let op! Ik blijf wachten bij de passen naar de woestijn, tot er van u nader bericht komt.'
Daarop brachten Sadok en Abjatar de ark van God naar Jeruzalem terug en bleven daar.
David ging de helling van de Olijfberg op. Wenend ging hij naar boven, het hoofd omhuld en barrevoets; ook al degenen die hem vergezelden hadden hun hoofd omhuld en gingen wenend de berg op.
Toen aan David gemeld werd dat ook Achitofel in Absaloms komplot betrokken was, zei hij: `Moge Jahwe de plannen van Achitofel verijdelen.'
Toen David op de top was aangekomen, waar men zich voor God pleegt neer te buigen, kwam hem Chusai de Arkiet tegemoet; hij had zijn mantel doormidden gescheurd en aarde op zijn hoofd gestrooid.
David zei tegen hem: `Als u met mij meegaat, bent u mij alleen maar tot last,
maar als u naar de stad terugkeert en tegen Absalom zegt: Koning, ik ben uw dienaar; tot nu toe was ik de dienaar van uw vader; voortaan wil ik uw dienaar zijn, - dan kunt u voor mij de plannen van Achitofel verijdelen.
Samen met u zijn daar ook de priesters Sadok en Abjatar. Alles wat u in het koninklijk paleis te weten komt kunt u aan die priesters, Sadok en Abjatar, overbrengen.
Zij hebben hun twee zonen bij zich, Achimaas van Sadok en Jonatan van Abjatar, en door hen kunt u mij alles berichten wat u te weten komt.'
Juist toen Absalom Jeruzalem binnentrok, kwam ook Chusai, de vriend van David, in de stad aan.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test