HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
De Filistijnen hadden de ark van God buitgemaakt en van Eben-haëzer overgebracht naar Asdod.
Zij voerden de ark van God de tempel van Dagon binnen en zetten haar naast Dagon neer.
De volgende ochtend zagen de Asdodieten Dagon voorovergevallen op de vloer liggen, voor de ark van Jahwe. Zij tilden Dagon op en zetten hem weer op zijn plaats.
Maar de ochtend daarna lag Dagon weer voorovergevallen op de vloer, voor de ark van Jahwe. Zijn hoofd en zijn beide handen waren afgebroken en lagen op de drempel; Dagon was alleen nog een romp.
Daarom zetten in Asdod de priesters van Dagon en allen die de tempel van Dagon binnengaan hun voet niet op de drempel tot op de huidige dag.
De hand van Jahwe drukte zwaar op de Asdodieten; Hij bracht hen in paniek en teisterde hen met gezwellen, in Asdod en omgeving.
Toen de mannen van Asdod zagen dat het zo ging, zeiden ze: `De ark van de God van Israël mag hier niet blijven, want zijn hand drukt zwaar op ons en op onze god Dagon.'
Zij riepen dus alle stadsvorsten van de Filistijnen bijeen en vroegen: `Wat moeten wij doen met de ark van de God van Israël?' Ze antwoordden: `De ark van de God van Israël moet overgebracht worden naar Gat.' Zij brachten dus de ark van de God van Israël daarheen.
Nadat zij haar naar Gat hadden overgebracht, veroorzaakte Jahwe een paniek in die stad en teisterde Hij de inwoners met een plaag: van groot tot klein kregen zij gezwellen.
Dus stuurden zij de ark van God naar Ekron. Maar toen de ark van God daar aankwam, jammerden de Ekronieten: `Nu hebben ze de ark van de God van Israël bij ons gebracht! Dat wordt de dood van ons en van ons volk!'
Zij riepen dus alle stadsvorsten van de Filistijnen bijeen en zeiden: `Laat de ark van de God van Israël wegbrengen. Ze moet terug naar de plaats waar ze thuishoort; anders wordt ze de dood van ons en van ons volk.' In de hele stad heerste inderdaad een dodelijke ontzetting; zwaar drukte de hand van God op de stad.
De inwoners die niet stierven kregen gezwellen en uit de stad stegen de noodkreten ten hemel.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge