HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Wanneer alles wat ik u nu heb voorgehouden over u is gekomen, de zegen en de vloek, en wanneer gij het in uw hart overdenkt, onder welke volken Jahwe uw God u ook heeft verspreid,
zodat gijzelf met uw kinderen terugkeert tot Jahwe uw God en Hem met heel uw hart en heel uw ziel weer gehoorzaamt, zoals ik u dat heden voorhoud,
dan zal Jahwe uw God u in uw vroegere staat herstellen; Hij zal zich over u ontfermen en u opnieuw bijeenbrengen uit al de volken, waaronder Hij u verstrooid had.
Al zijt ge verspreid tot het eind van de wereld, Jahwe uw God zal u weer bijeenbrengen. Hij zal u daarvandaan terughalen
en u brengen naar het land dat uw voorouders in bezit genomen hadden; en gij zult het weer in bezit nemen. Hij zal u gelukkig maken en nog talrijker dan uw voorouders.
Jahwe uw God zal uw hart en dat van uw nakomelingen besnijden, zodat gij Hem zult beminnen met heel uw hart en heel uw ziel en daardoor het leven zult bezitten.
Dan zal Jahwe uw God al deze vervloekingen doen neerkomen op de vijanden en tegenstanders die u achtervolgd hebben. 8 Maar gij zult weer gehoor geven aan Jahwe en alle geboden volbrengen die ik u heden geef.
Jahwe uw God zal u rijke voorspoed schenken in alles wat ge onderneemt, in de vrucht van uw schoot, in de worp van uw vee en in de opbrengst van uw grond. Want Jahwe zal er weer vreugde in vinden u gelukkig te maken, zoals Hij dat ook bij uw voorouders deed.
Maar dan moet gij aan Jahwe gehoorzamen en alle geboden en voorschriften onderhouden, die in dit wetboek staan opgetekend; dan moet gij met heel uw hart en heel uw ziel terugkeren tot Jahwe uw God.
De geboden die ik u heden geef, zijn niet te zwaar voor u en zij liggen niet buiten uw bereik.
Ze zijn niet in de hemel en ge hoeft niet te zeggen: `Wie zal naar de hemel opvaren om ze voor ons te halen en ze ons te laten horen, zodat wij ze kunnen volbrengen?'
Ze zijn niet overzee en ge hoeft niet te zeggen: `Wie zal de zee over varen om ze voor ons te halen en ze ons te laten horen, zodat wij ze kunnen volbrengen?'
Neen, het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart. Gij kunt het dus volbrengen.
Ik houd u vandaag het leven en het geluk voor, maar ook de dood en het ongeluk.
Als gij luistert naar de geboden van Jahwe uw God, die ik u heden geef, als gij Jahwe uw God bemint, zijn wegen gaat en zijn geboden, voorschriften en bepalingen nakomt, dan zult gij leven en talrijk worden en zal Jahwe uw God u zegenen in het land dat ge in bezit gaat nemen.
Maar als uw hart afdwaalt, als ge niet luistert en u laat verleiden, zodat gij u voor andere goden neerbuigt en die vereert,
dan kondig ik u heden aan, dat gij zult omkomen en dat ge niet lang zult leven op de grond, die ge na de overtocht van de Jordaan in bezit gaat nemen.
Ik neem heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u. Leven en dood houd ik u voor, zegen en vloek. Kies dan het leven, dan zult gij met uw nakomelingen het leven bezitten,
door Jahwe uw God te beminnen, naar Hem te luisteren en aan Hem gehecht te blijven. Want daarvan hangt het af, of gij zult leven en of gij lang zult wonen op de grond, die Jahwe aan uw vaderen, aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft toegezegd.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge