HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Het altaar moet gij maken van acaciahout. Het moet vijf el lang en vijf el breed zijn - dus vierkant - en drie el hoog.
Op de vier hoeken moet ge horens aanbrengen die er één geheel mee vormen. Ge moet het bekleden met brons.
Maak er bakken voor de as bij, scheppen, schalen, vorken en vuurpannen. Al deze benodigdheden moeten van brons zijn.
Om het altaar moet ge als afrastering een bronzen hek aanbrengen, en op de vier hoeken van dit hek vier bronzen ringen.
Dit hek moet ge om de benedenrand van het altaar plaatsen en tot halverwege het altaar laten reiken.
Maak voor het altaar ook draagstokken van acaciahout en overtrek die met brons.
Om het altaar op te tillen steekt men de stokken in de ringen aan weerszijden van het altaar.
Maak het altaar van planken en laat het van binnen hol. Ge moet het maken volgens het model dat u op de berg is getoond.
Dan moet ge voor de woning nog een voorhof maken. De kleden voor de eerste zijde van de voorhof, de zuidkant, moeten van getwijnd linnen zijn en honderd el lang.
De twintig bijbehorende palen en voetstukken moeten van brons zijn, de haken aan de palen en de stangen van zilver.
Ook voor de noordkant zijn kleden nodig over een lengte van honderd el, twintig palen en voetstukken van brons, alsmede haken en stangen van zilver.
Voor de korte zijde van de voorhof, de westkant, zijn kleden nodig over een lengte van vijftig el, en tien palen en voetstukken.
Ook de korte zijde van de voorhof aan de oostkant is vijftig el lang.
Daar moeten aan de ene kant kleden komen over een lengte van vijftien el, met drie bijbehorende palen en voetstukken.
Ook aan de andere kant kleden over een lengte van vijftien el, met drie bijbehorende palen en voetstukken.
Aan de ingang van de voorhof komt een twintig el metend voorhangsel van paarse, karmijnrode en scharlaken wol en getwijnd linnen, rijk geborduurd, alsmede vier palen en voetstukken.
Aan alle palen van de voorhof moeten zilveren stangen en haken zitten, de voetstukken moeten van brons zijn.
De voorhof moet honderd el lang zijn, vijftig el breed, vijf el hoog. De kleden moeten van getwijnd linnen zijn, de voetstukken van brons.
De benodigdheden voor de woning, welke bestemming ze ook hebben, ook de tentpinnen en de tentpinnen van de voorhof, moeten van brons zijn.
Geef de Israëlieten opdracht, u zuivere olie, uit gestoten olijven, voor de verlichting te brengen, zodat er altijd een lamp kan branden.
AƤron en zijn zonen moeten deze van de avond tot de morgen voor Jahwe brandend houden in de tent van samenkomst, buiten het voorhangsel waarachter de verbondsakte ligt. Dit is een blijvende verplichting voor de Israƫlieten, al hun geslachten door.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge