HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
De sluiting van het verbond
Toen sprak Hij tot Mozes: `Ga naar boven naar Jahwe, samen met Aäron, met Nadab en Abihu en zeventig oudsten van Israël, en kniel op een afstand neer.
Mozes alleen mag Jahwe naderen, maar de anderen mogen niet naderbij komen, terwijl het volk niet eens met hem naar boven mag gaan.'
Mozes kwam terug en stelde het volk in kennis van alle woorden en bepalingen van Jahwe. Eenstemmig betuigde het volk: `Alle woorden die Jahwe tot ons gesproken heeft zullen wij onderhouden.'
Daarop stelde Mozes alle woorden van Jahwe op schrift. De volgende morgen bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en stelde twaalf wijstenen op, naar de twaalf stammen van Israël.
Toen gaf hij jonge Israëlieten de opdracht, stieren op te dragen als brand- en slachtoffers voor Jahwe.
Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen, terwijl hij de andere helft uitgoot over het altaar.
Toen nam hij het verbondsboek en las dit voor aan het volk. En zij verzekerden: `Alles wat Jahwe zegt zullen wij doen en ter harte nemen.'
Vervolgens nam Mozes het bloed, sprenkelde dat over het volk en sprak: `Dit is het bloed van het verbond dat Jahwe, op grond van al deze woorden, met u sluit.'
Mozes besteeg de berg samen met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig oudsten van Israël.
En zij aanschouwden de God van Israël. Onder zijn voeten was een soort platform van saffier, helder als het hemelgewelf.
Zijn hand kwam niet neer op de voorname Israëlieten: zij mochten God aanschouwen. Toen aten zij en dronken zij.
Jahwe sprak tot Mozes: `Kom tot Mij op de berg en blijf daar wachten. Ik zal u de stenen platen ter hand stellen, de wetten en bepalingen die Ik op schrift gesteld heb om ze hen in te prenten.'
Mozes begaf zich op weg, samen met zijn dienaar Jozua, en hij besteeg de berg van God.
Tot de oudsten zei hij: `Blijf hier op ons wachten tot wij bij u terugkomen. Aäron en Chur blijven bij u; wie een rechtszaak heeft kan zich tot hen wenden.'
Mozes besteeg de berg en de wolk overdekte de berg.
De heerlijkheid van Jahwe rustte op de Sinaï en de wolk bedekte de berg, zes dagen lang. Op de zevende dag riep Hij Mozes, vanuit de wolk.
De heerlijkheid van Jahwe leek voor de Israëlieten op een verterend vuur, boven op de berg.
Mozes trad de wolk binnen en besteeg de top. Hij bleef op de berg gedurende veertig dagen en veertig nachten.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge