• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Daarna gingen Mozes en Aäron naar Farao en zeiden: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Laat mijn volk vertrekken om ter ere van Mij een pelgrimsfeest te vieren in de woestijn.'
Maar Farao antwoordde: `Wie is Jahwe dat ik naar Hem zou luisteren en Israël zou laten gaan? Ik ken geen Jahwe en ik laat Israël niet gaan.'
Toen zeiden zij: `De God van de Hebreeën is tot ons gekomen. Laat ons drie dagreizen ver de woestijn ingaan om offers op te dragen aan Jahwe, onze God. Anders slaat Hij ons met de pest of het zwaard.'
Maar de koning van Egypte voer tegen hen uit: `Waarom, Mozes en Aäron, waarom houden jullie de mensen van het werk? Vooruit, aan het werk!'
Farao voegde er aan toe: `Ze zijn nu al talrijker dan de bevolking van het land, en dan zouden jullie nog willen dat ze het werk neerleggen?'
Diezelfde dag nog gaf Farao aan de opzichters en beambten het volgende bevel:
`Voortaan moet u het volk geen stro meer geven voor de stenen, zoals tot nu toe; laat ze zelf maar op stro uitgaan.
Maar u moet wel dezelfde hoeveelheid stenen blijven eisen die zij tot nu toe maakten. Doe er niets af, want ze zijn lui en daarom schreeuwen ze: Laat ons gaan om offers op te dragen aan onze God.
Deze lieden moeten harder werken, dan hebben ze hun handen vol en luisteren niet naar leugenpraat.'
De opzichters en beambten gingen weg en maakten aan het volk bekend: `Zo spreekt Farao: Ik geef jullie geen stro meer,
jullie gaan het zelf maar zoeken. Maar je moet wel evenveel blijven afleveren.'
Toen liep het volk heel Egypte af om stoppels te verzamelen.
De opzichters joegen hen op met de eis: `Jullie moeten elke dag hetzelfde werk leveren als toen er nog stro werd gebracht.'
De Israëlitische voormannen, die de opzichters van Farao over hen hadden aangesteld, werden mishandeld. Men verweet hun: `Waarom hebben jullie vandaag en gisteren niet dezelfde hoeveelheid stenen afgeleverd als tevoren?'
Toen gingen de Israëlitische voormannen zich beklagen bij Farao en zeiden: `Waarom treedt u zo op tegen uw dienaren?
Uw dienaren krijgen geen stro meer, maar men blijft eisen: Levert stenen! Uw dienaren worden zelfs mishandeld. Zo misdoet u tegen het volk.'
Hij voer uit: `Luiaards zijn jullie, luiaards. Daarom zeggen jullie: Laat ons gaan om offers te brengen aan Jahwe.
En nu vooruit, aan het werk! Er wordt geen stro gebracht, maar het vastgestelde aantal stenen moeten jullie leveren.'
De Israëlitische voormannen begrepen dat ze er slecht aan toe waren, nu hij bevolen had: `Jullie moeten iedere dag evenveel stenen blijven afleveren.'
Toen de voormannen van Farao terugkwamen troffen ze Mozes en Aäron die hen stonden op te wachten.
Ze zeiden tot hen: `Moge Jahwe verschijnen om u te vonnissen, want u hebt het voor ons bedorven bij Farao en zijn hovelingen. U hebt hem het zwaard in de hand gegeven om ons te doden.'
Nu wendde Mozes zich weer tot Jahwe en sprak: `Mijn Heer, waarom behandelt Gij dit volk zo slecht? Waarom hebt Ge mij dan gezonden?
Sinds ik naar Farao gegaan ben om in uw naam tot hem te spreken behandelt hij dit volk nog slechter; en Gij doet maar niets om uw volk te redden.'

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test