HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Enige tijd daarna begingen zowel de schenker van de koning van Egypte als de bakker een misstap tegen hun heer, de koning van Egypte.
Farao werd zo kwaad op zijn beide hovelingen, de opperschenker en de eerste van de bakkers,
dat hij ze in hechtenis zette in het huis van de overste van de lijfwacht, in de gevangenis waar Jozef opgesloten zat.
De overste van de lijfwacht wees Jozef aan om voor hen te zorgen. Ze bleven lange tijd in hechtenis.
De schenker zowel als de bakker van de koning van Egypte, die in de gevangenis zaten opgesloten, hadden beiden in dezelfde nacht een droom, ieder zijn eigen droom met een eigen betekenis.
Toen Jozef 's morgens bij hen kwam, zag hij aanstonds dat ze somber gestemd waren.
Hij vroeg de hovelingen van Farao, die met hem in het huis van zijn meester in hechtenis zaten: `Waarom kijkt u zo somber vandaag?'
Zij antwoordden hem: `Wij hebben een droom gehad, en er is niemand die hem kan uitleggen.' Toen zei Jozef tot hen: `Alleen God kan uitleg geven. Laat mij de dromen eens horen.'
De opperschenker vertelde toen zijn droom aan Jozef en zei: `Ik zag in mijn droom een wijnstok,
en aan die wijnstok drie ranken. Zodra hij begon uit te lopen, zette hij bloesem en droegen zijn trossen rijpe druiven.
Ik had Farao's beker in mijn hand, plukte de druiven, perste ze uit in de beker en reikte hem die aan.'
Toen zei Jozef: `Dit is de verklaring: De drie ranken zijn drie dagen.
Over drie dagen zal Farao uw hoofd verheffen en u in uw ambt herstellen; dan zult u Farao opnieuw de beker reiken, zoals u deed toen u zijn schenker was.
Maar als het u weer goed gaat, denk dan ook eens aan mij en bewijs ook mij een dienst; doe bij Farao een goed woord voor mij en zorg dat ik uit dit huis vandaan kom.
Want ik ben met geweld weggesleept uit het land van de Hebreeën, en ik heb ook hier niets misdaan, waarvoor men mij in deze kerker moest opsluiten.'
Toen de eerste van de bakkers zag hoe gunstig de uitleg was, zei hij: `Ik heb ook een droom gehad. In die droom zag ik drie broodkorven op mijn hoofd.
In de bovenste korf lagen spijzen voor Farao, allerlei soorten gebak; maar de vogels pikten alles weg uit de korf die ik op mijn hoofd droeg.'
Jozef antwoordde: `Dit is de verklaring: De drie korven zijn drie dagen.
Over drie dagen zal Farao uw hoofd verheffen en u aan een paal hangen, en de vogels zullen uw vlees verslinden.'
Drie dagen later, op de verjaardag van Farao, richtte deze een feestmaal aan voor zijn hovelingen. Zowel van de opperschenker als van de eerste van de bakkers verhief hij het hoofd.
De opperschenker herstelde hij in zijn ambt, om hem opnieuw de beker te reiken,
maar de eerste van de bakkers hing hij op, volgens de uitleg die Jozef hun had gegeven.
De opperschenker dacht echter niet meer aan Jozef; hij vergat hem gewoon.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge