• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Dina, de dochter die Lea aan Jakob geschonken had, was eens op bezoek gegaan bij de meisjes van de streek.
Toen Sichem, de zoon van de Chiwwiet Hemor, de vorst van het land, haar gezien had, ontvoerde hij haar, ging bij haar liggen en onteerde haar.
Hij verloor zijn hart aan Jakobs dochter Dina; hij hield veel van het meisje en zocht haar genegenheid te winnen.
Daarom zei hij tot zijn vader Hemor: `Zorg dat het meisje mijn vrouw wordt.'
Nu had Jakob wel gehoord dat zijn dochter Dina onteerd was, maar omdat zijn zonen buiten bij de kudde verbleven, zei hij er niets van tot zij weer thuis waren.
Hemor, de vader van Sichem, kwam met Jakob onderhandelen.
Zodra Jakobs zonen van de zaak hoorden, kwamen zij van buiten terug. Zij voelden zich beledigd en waren woedend, want door het samenzijn met Jakobs dochter had Sichem een schanddaad in Israƫl begaan, iets ongehoords.
Hemor sprak met hen en zei: `Mijn zoon Sichem is hevig verliefd op uw dochter; ik verzoek u haar aan hem ten huwelijk te geven.
Knoop familiebanden met ons aan. Als u ons uw dochters ten huwelijk geeft, kunt u die van ons krijgen.
U kunt ook bij ons blijven wonen: het land ligt voor u open. Blijf maar hier; u kunt rondtrekken of ergens gaan wonen.'
En Sichem zei tot Dina's vader en tot haar broers: `Als u mij ter wille bent, kunt u van mij krijgen wat u wenst.
Al stelt u de bruidsprijs en het geschenk nog zo hoog, ik betaal wat u vraagt, als u mij het meisje maar geeft.'
Toen gaven Jakobs zonen, wier zuster Dina onteerd was, aan Sichem en aan zijn vader Hemor dit arglistige antwoord:
`Dat kunnen wij niet doen; wij kunnen onze zuster niet aan een onbesnedene geven, want dat is een schande voor ons.
Slechts op een voorwaarde kunnen wij u ter wille zijn: u moet worden zoals wij, en al uw mannen moeten zich laten besnijden.
Dan zullen wij u onze dochters ten huwelijk geven en kunnen wij die van u nemen; dan blijven wij bij u wonen en worden samen een volk.
Als u zich echter niet wilt laten besnijden, dan nemen wij onze dochter mee terug en gaan heen.'
Hun voorstel beviel Hemor en zijn zoon Sichem;
en de jonge man trachtte het onmiddellijk ten uitvoer te brengen, want hij had zijn zinnen gezet op Jakobs dochter en genoot veel aanzien in zijn ouderlijk huis.
Hemor en zijn zoon Sichem begaven zich dus naar de stadspoort en richtten het woord tot de burgers van hun stad. Zij zeiden:
`Deze mensen zijn ons goed gezind. Zij mogen in het land blijven wonen en er rondtrekken; er is immers ruimte genoeg voor hen in het land. Wij kunnen hun dochters tot vrouw nemen en hun onze dochters geven.
Maar slechts op een voorwaarde zijn deze mensen bereid bij ons te blijven en met ons een volk te vormen: al onze mannen moeten zich laten besnijden, want zij zijn zelf ook besneden.
Hun bezit, hun goederen en hun vee zullen ons eigendom worden. Laten we dus op hun voorstel ingaan; dan blijven zij bij ons.'
Allen die toegang hadden tot de stadspoort gaven gehoor aan Hemor en zijn zoon Sichem en lieten zich besnijden.
Maar op de derde dag, toen zij hevige pijn hadden, grepen Simeon en Levi, de twee zonen van Jakob die broers van Dina waren, naar hun zwaard, overvielen de op niets verdachte stad en vermoordden alle mannen.
Ook Hemor en zijn zoon Sichem doodden zij met het zwaard. Daarop haalden ze Dina uit Sichems huis en trokken af.
De zonen van Jakob stortten zich op de verslagenen en plunderden de stad, omdat men hun zuster onteerd had.
Schapen, runderen en ezels, al wat in de stad of op het land was, maakten zij buit.
Al wat zij bezaten, al hun kleine kinderen en hun vrouwen, namen zij gevangen en zij plunderden de huizen leeg.
Toen zei Jakob tegen Simeon en Levi: `Jullie hebben mij in grote moeilijkheden gebracht door mij in opspraak te brengen bij de bewoners van het land, de KanaƤnieten en Perizzieten. Ik heb maar weinig mannen tot mijn beschikking. Als zij gezamenlijk tegen mij optrekken, verslaan ze mij en brengen ze mij om, met mijn gezin.'
Maar zij zeiden: `Moest hij dan onze zuster als een lichte vrouw behandelen?'

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test