Worden wij verdrukt, het is voor uw troost en heil. Worden wij bemoedigd, het is om u moed en kracht te geven om standvastig hetzelfde lijden te verdragen als wij verdragen.
Gij moet namelijk weten, broeders, dat ons hier in Asia ernstige moeilijkheden overkomen zijn. Het was meer dan we konden dragen, een al te zware last, zodat we zelfs wanhoopten aan ons leven.
Werkelijk, wij beschouwden ons reeds als ten dode opgeschreven. Wij moesten leren niet op onszelf te vertrouwen, maar alleen op God, die de doden ten leven wekt.
Een ding geeft ons moed: het getuigenis van ons geweten, dat wij ons in het algemeen, en heel bijzonder met betrekking tot u, gedragen hebben niet volgens de wijsheid van de wereld, maar met die eenvoud en oprechtheid die een gave zijn van Gods genade.