En daarover spreken wij, niet met woorden ontleend aan menselijke wijsheid, maar onderricht door de Geest, geestelijke gaven uitleggend aan geestelijke mensen.
Een ongeestelijk mens aanvaardt niet wat komt van de Geest van God; het is dwaasheid voor hem, hij is niet in staat deze dingen te vatten, want ze kunnen alleen beoordeeld worden in het licht van de Geest.