Toen Silas en Timóteüs uit Macedonië waren aangekomen, wijdde Paulus zich voortaan geheel aan de prediking en legde voor de Joden getuigenis af, dat Jezus de Messias was.
Maar toen dezen zich smalend bleven verzetten, schudde hij het stof van zijn kleren en voegde hun toe: “Uw bloed kome neer op uw eigen hoofd. Ik ga vrijuit en wend mij van nu af aan tot de heidenen.”