Wanneer men u in de ene stad vervolgt, vlucht dan naar een andere.
Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult niet gereed gekomen zijn met de steden van Israël op het ogenblik dat de Mensenzoon komt.
Voor de leerling moet het voldoende zijn behandeld te worden als zijn meester, voor de dienaar als zijn heer. Als men het hoofd van het huisgezin al Beëlzebul durft noemen, hoeveel te meer dan zijn huisgenoten.
Weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel; vreest veeleer Hem die en ziel en lichaam in het verderf kan storten in de hel.