Hij zei tot mij: 'Mensenkind, laat uw lichaam deze boekrol die Ik u geef opnemen en verzadig u ermee. Ik at dus de boekrol op: ze smaakte me zo zoet als honing.
Maar het volk van Israël is niet bereid naar u te luisteren, omdat het niet naar Mij wil luisteren: het volk van Israël heeft een harde blik en een hart van steen.
Uw gezicht maak Ik harder dan kiezel, hard als diamant; wees dan niet bang voor hen en niet bevreesd voor hun aanblik: het is nu eenmaal een weerspannig volk.'