Wat heb Ik aan al uw offers? zegt Jahwe. Ik ben verzadigd van de brandoffers van uw rammen en van het vet van uw mestkalveren. Ik heb geen behagen in het bloed van stieren, lammeren en bokken.
Brengt Mij toch niet langer nutteloze meeloffers. Uw wierook is mij een gruwel. Nieuwe maan, sabbat en feestvergadering: feestvieren samen met onrecht kan Ik niet uitstaan.
Wanneer gij uw handen uitstrekt, sluit Ik mijn ogen voor u, zelfs als gij uw gebeden vermenigvuldigt, luister Ik niet naar u: uw handen zitten vol bloed.
Komt laat ons de zaak afhandelen, zegt Jahwe. Zouden uw zonden, die als scharlaken zijn, wit kunnen worden als sneeuw? Zouden zij, rood als purper, kunnen worden als wol?