
Paus Franciscus - 6 juli 2013
Goedenavond,
Ik vroeg me af of jullie Mgr. Fisichella begrepen hebben, omdat hij in het Italiaans sprak, maar ik begrijp dat jullie allemaal een vertaling .... Ik ben een beetje rustig.
Ik dank Mgr. Fisichella voor de woorden, en ik dank ook voor zijn werk: hij heeft hard gewerkt om niet alleen dit te maken, maar ook voor al wat hij heeft gedaan en nog zal doen in het Jaar van het Geloof. Heel erg bedankt! Mgr. Fisichella zei iets, en ik weet niet of het waar is, maar ik herhaal het: hij zei, dat u allemaal het verlangen hebt voor altijd uw leven te geven aan Christus! Nu applaudisseert u, u viert feest, want het is de tijd van de bruiloft ... Doch wanneer de witte broodsweken voorbij zijn, wat dan? Ik heb een seminarist gehoord, een goed seminarist, die zei Christus te willen dienen, doch voor tien jaar, daarna zou hij een ander leven beginnen … Gevaarlijk! Maar luister wel: wij allemaal, ook wij die ouder zijn, ook wij, wij worden onderworpen aan de druk van die cultuur van het voorlopige (het provisorische, tijdelijke) en dat is gevaarlijk want men speelt niet met het leven. Ik blijf getrouwd zolang de liefde duurt; ik word zuster voor “korte tijd”, voor “enige tijd”, dan zullen we zien; ik word seminarist om priester te worden, maar hoe die historie zal evolueren, weet ik niet. Met Jezus is dat niet mogelijk! Ik maak u geen verwijten, wel die cultuur van het voorlopige die ons allemaal mishandelt, omdat ze niet goed is voor ons, omdat het vandaag heel moeilijk is een definitieve keuze te maken. In mijn tijd was het gemakkelijker omdat de cultuur definitieve keuzes bevorderde, hetzij voor het huwelijksleven, of het godgewijde of priesterleven. Doch in onze tijd is het niet gemakkelijk een definitieve keuze te maken. Wij zijn het slachtoffer van deze cultuur van het provisorische. Ik zou willen dat u daarover nadenkt: hoe kan ik vrij zijn, hoe kan ik vrij zijn ten overstaan van die cultuur van het provisorische? Wij moeten de deur leren sluiten van ons binnenkamertje, van ons binnenste. Ooit voelde een priester - een goed priester, die dacht geen goed priester te zijn want hij was nederig – ooit voelde hij zich een zondaar en bad veel tot de Maagd Maria en hij zei dit tot Haar – ik zeg het in het Spaans omdat het een heel mooi gedicht is - hij zei tot de Maagd Maria dat hij zich nooit, nooit van Jezus zou verwijderen:
"Esta tarde, Señora, la promesa es sincera. Por las dudas, no olvide dejar la llave afuera",
“Vanavond, Moeder, is mijn belofte oprecht. Maar vergeet voor alle zekerheid niet de sleutel buiten te leggen.”
Men zegt dit, steeds met de liefde voor de Maagd Maria in gedachten, men zegt het tot de Maagd Maria. Doch als men steeds de sleutel buiten laat liggen, voor het geval dat ... dat gaat niet. Wij moeten leren de deur van binnen te sluiten! En als ik niet zeker ben, denk ik na, neem ik de tijd, en als ik me zeker voel, in Jezus natuurlijk, want zonder Jezus is niemand zeker!, als ik me zeker voel, dan sluit ik de deur. Heeft u dat begrepen? Wat de cultuur van het voorlopige is?
Ik had u een woordje willen zeggen en dat woord is vreugde. Overal waar godgewijden zijn, seminaristen, mannelijke en vrouwelijke religieuzen, is er vreugde, altijd vreugde! Het is de vreugde van de frisheid, de vreugde Jezus te volgen, de vreugde die de heilige Geest ons geeft, niet de vreugde van de wereld. Er is vreugde! Maar vanwaar komt ze? Komt zij van ... zaterdagavond ga ik naar huis en zal ik met mijn oude vrienden gaan dansen? Komt daar de vreugde van? Bijvoorbeeld voor een seminarist? Nee? Of ja?
Tot nu toe..: hebben we nog tijd, mgr. Fisichella?
Mgr. Fisichella: Als u zo door praat tot zeker morgen.
Maar hij zegt tot morgen. Laat ik maar een broodje en cola komen, als het tot aan morgen is tenminste ....
Ik denk dat ik een beetje moet gaan beperken, want jullie geduld zal wel op zijn.
Seminaristen en religieuzen antwoorden: Neen!
Mgr. Fisichella zei me dat u gisteren het Credo gebeden heeft, ieder in zijn taal. Doch wij zijn allen broeders, wij hebben eenzelfde Vader. Dat nu ieder in zijn taal het Onze Vader bidt. Bidden wij het Onze vader.
Bidden van het "Onze Vader"
En wij hebben ook een Moeder. Ieder in zijn taal, het Wees Gegroet.
Bidden van het "Wees Gegroet"