
Paus Franciscus - 28 juli 2013
dierbare medebroeders in bisschoppelijke en priesterlijke dienst,
lieve jonge vrienden,
“Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen” (Mt. 28, 19).
Met deze woorden wendt Jezus zich tot ieder van jullie en zegt: “het was mooi om aan de Wereldjongerendag deel te nemen, om gezamenlijk met jonge mensen uit alle vier de windstreken het geloof te beleven, maar nu moet je heengaan en deze ervaring aan anderen doorgeven”. Jezus roept jou, jongere, om missionair te zijn! Wat zegt de Heer ons vandaag in het licht van het Evangelie dat wij zojuist gehoord hebben? Drie woorden: Gaat – zonder angst – om te dienen.
In deze dagen in Rio hebben jullie mooie ervaringen op kunnen doen om Jezus te ontmoeten en Hem gemeenschappelijk te ontmoeten. Jullie hebben de vreugde van het geloof gevoeld. Maar de ervaring van deze ontmoeting mag niet tot jullie eigen leven of tot de kleine groep van de parochie, beweging of gemeenschap beperkt blijven. Dat zou hetzelfde zijn als een brandende vlam zijn zuurstof ontnemen. Het geloof is een vlam die steeds sterker wordt naarmate men deze met anderen deelt en doorgeeft, waardoor iedereen Jezus Christus kan leren kennen, liefhebben en belijden. – Hij, de Heer van het leven en de geschiedenis Vgl. Rom. 10, 9 .
Maar pas op! Jezus heeft niet gezegd: ‘als je wilt’ of ‘als je tijd hebt’, maar: ‘Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerling’. De geloofservaring delen, van het geloof getuigen, het Evangelie verkondigen is een opdracht die de Heer aan de gehele Kerk geeft, ook aan jou: het is een gebod, die echter niet ontspringt uit de wil om te heersen of om macht uit te oefenen, maar uit de kracht van de liefde, uit het feit dat Jezus als eerste in ons midden gekomen is en ons niet een beetje van Zichzelf gegeven heeft, maar Zichzelf helemaal; Hij heeft zijn leven gegeven om ons te redden en ons de liefde en barmhartigheid van God te tonen. Jezus behandelt ons niet als slaven, maar als vrije mensen, als vrienden, als broeders en zusters. En Hij zendt ons niet alleen, maar Hij begeleidt ons, is in onze liefdesmissie altijd aan onze zijde.
Waarheen zendt Hij ons? Hiervoor gelden geen grenzen, geen beperkingen. Hij zendt ons naar alle mensen. Het Evangelie is voor iedereen en niet voor enkelen. Het is niet alleen voor degenen die ons meer nabij, meer open, meer ontvankelijk lijken. Het is voor allen. Weest niet bang op weg te gaan en Christus in elk milieu bekend te maken, tot in de existentiële randgebieden, ook bij degenen die het meest afstandelijk, het meest onverschillig lijken. De Heer zoekt allen, Hij wil dat iedereen zijn liefde en barmhartigheid voelt.
In het bijzonder zou ik willen dat deze opdracht van Christus “Gaat!” weerklinkt bij jullie, jonge vrienden van de kerk in Latijns-Amerika, die betrokken zijn bij de door jullie bisschoppen begonnen continentale missie. Brazilië, Latijns-Amerika, de wereld heeft Jezus nodig! De heilige Paulus zegt: “Wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig!” (1 Kor. 9, 16). Dit continent heeft de verkondiging van het Evangelie ontvangen, het heeft zich gevormd en rijke vrucht gedragen. Nu is deze verkondiging aan jullie toevertrouwd, zodat het met nieuwe kracht weerklinkt. De Kerk heeft jullie nodig, jullie enthousiasme, creativiteit en vreugde die zo karakteristiek is voor jullie. Een grote Braziliaanse apostel, de zalige José de Anchieta, werd missionaris toen hij pas 19 jaar was. Weten jullie wat het beste middel is om de jongeren te evangeliseren? Een andere jongere! Dat is de weg, die jullie gaan moeten!
Iemand zou kunnen denken: ‘ik heb geen speciale kennis, hoe kan ik gaan en het Evangelie verkondigen?’ Lieve vriend, jouw angst onderscheidt zich nauwelijks van die van Jeremia, een jongere zoals jij, toen hij door God tot profeet geroepen werd. Wij hebben zojuist zijn woorden gehoord: “Ach Jahwe, mijn Heer, ik kan niet spreken: ik ben veel te jong.” En God zegt ook tot jullie wat Hij aan Jeremia geantwoord heeft: “Wees niet bang….want Ik ben bij u om u te redden” (Jer. 1, 6.8). Hij is met ons!
Weest niet bang! Wanneer wij op weg gaan om Christus te verkondigen is Hijzelf het die ons voorgaat en ons leidt. Toen Hij zijn discipelen hun zending gaf beloofde Hij: “Ik ben met u alle dagen” (Mt. 28, 20). En dat geldt ook voor ons! Jezus laat ons niet alleen, Hij laat jullie niet alleen! Hij begeleidt jullie altijd.
Jezus heeft ook niet gezegd: “Ga!”, maar: “Gaat!” – Wij zijn gezamenlijk gezonden.
Lieve jonge vrienden,bemerk in deze zending de begeleiding van de gehele Kerk en ook van de gemeenschap van heiligen. Wanneer wij deze uitdagingen samen aangaan, dan zijn we sterk, dan ontdekken we bronnen waarvan we ons niet bewust waren. Jezus heeft de apostelen niet geroepen om geïsoleerd te leven, Hij heeft ze geroepen om een groep, een gemeenschap te vormen.
Ik zou me nu ook graag tot jullie willen richten, dierbare priesters, die hier gezamenlijk met mij de heilige Eucharistie vieren: U bent gekomen om onze jongeren te begeleiden, en het is mooi om deze geloofservaring met elkaar te delen. Maar het is één etappe van de weg. Gaat verder, om hen ruimhartig en vol vreugde te begeleiden, help hen zich actief voor de Kerk in te zetten; nooit mogen zij zich alleen voelen!
Het laatste woord: dienen. In de eerste regel van de psalm die we gezongen hebben staan deze woorden: “Zingt nu de Heer een nieuw lied” (Ps. 96, 1). Wat is dat voor nieuw lied? Het zijn geen woorden, het is geen melodie, naar het is het lied van ons leven, het betekent toestaan dat ons leven gelijkvormig wordt aan Jezus’ leven, het betekent dat wij voelen, denken en handelen zoals Hij. En Jezus’ leven is een leven voor de ander. Het is een leven van dienstbaarheid.
De heilige Paulus zei in de lezing die we zojuist gehoord hebben: “ik heb mij de slaaf van allen gemaakt, om er zoveel mogelijk voor Christus te winnen” (1 Kor. 9, 1). Om Jezus te verkondigen, heeft Paulus zich ‘slaaf van allen’ gemaakt. Evangeliseren betekent, persoonlijk van Gods liefde te getuigen, ons egoïsme overwinnen, te dienen als wij ons buigen om de voeten van onze broeders te wassen, zoals Jezus gedaan heeft.
Gaat, zonder angst, om te dienen. Wanneer jullie deze woorden navolgen, zullen jullie ervaren: wie evangeliseert, wordt zelf geëvangeliseerd en wie de vreugde van het geloof doorgeeft, ontvangt vreugde. Lieve jonge vrienden, wanneer jullie naar huis terugkeren, weest niet bang om met Christus ruimhartig te zijn en om van zijn Evangelie te getuigen. In de eerste lezing, wanneer God de profeet Jeremia zendt, verleent Hij hem de macht waarmee hij “uitrukken en afbreken, vernielen en verwoesten, opbouwen en planten” kan (Jer. 1, 10). Dit geldt ook voor jullie. Het Evangelie brengen betekent Gods kracht brengen, om het kwade en het geweld uit te rukken en af te breken, om de barrières van egoïsme, intolerantie en haat te vernielen en te verwoesten, om een nieuwe wereld op te bouwen. Jezus Christus rekent op jullie! De Kerk rekent op jullie! De paus rekent op jullie! Maria, de Moeder van Jezus en onze Moeder, moge jullie steeds met haar tedere liefde begeleiden: “Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen”. Amen.