
Paus Franciscus - 24 mei 2015
LAUDATO SI' 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis |
|||
► | Inleiding (1-16) | ||
► | Niets in deze wereld laat ons onverschillig (3-6) |
Meer dan vijftig jaar geleden, toen de wereld op de rand van een atoomcrisis balanceerde, schreef de heilige Paus Johannes XXIII een encycliek waarmee hij zich niet alleen ertoe beperkte de oorlog af te wijzen, maar ook een vredesvoorstel wilde doen. Hij richtte zijn boodschap H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) tot heel de “katholieke wereld”, maar voegde daaraan nog toe “en aan alle mensen van goede wil”. Nu wil ik mij ten overstaan van de wereldwijde aantasting van het milieu tot iedereen richten die deze planeet bewoont. In mijn apostolische exhortatie Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Gaudium
Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie
(24 november 2013) heb ik aan de leden van de Kerk geschreven om een proces van missionaire hervorming op gang te brengen dat nog moet worden voltooid. In deze encycliek stel ik mij ten doel met allen in dialoog te treden betreffende ons gemeenschappelijke huis.
Acht jaar na H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) verwees de zalige Paus Paulus VI in 1971 naar de ecologische problematiek en presenteerde deze als een crisis die “een dramatisch gevolg” is van de ongecontroleerde activiteit van de mens: “Door een onbezonnen exploitatie van de natuur dreigt hij haar te verwoesten en op zijn beurt slachtoffer van een zodanig verval te worden”. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 21 Hij sprak ook tot de FAO over de mogelijkheid “van een ware ecologische ramp als gevolg van de terugslag van de industriële beschaving”, daarbij “de urgentie en de noodzaak” onderstrepend “van een radicale verandering in het gedrag van de mensheid”, omdat “de meest bijzondere wetenschappelijke vooruitgang, de meest verbluffende technische huzarenstukjes, de meest wonderbaarlijke economische groei, als deze niet gepaard gaan met een authentieke maatschappelijke en morele vooruitgang, zich uiteindelijk tegen de mens keren”. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de Voedsel- en Landbouwassociatie (FAO) bij de gelegenheid van de 25e verjaardag van haar oprichting (16 nov 1970), 4
De heilige Johannes Paulus II heeft zich met groeiende belangstelling met dit thema beziggehouden. In zijn eerste encycliek merkte hij op dat het lijkt dat het menselijk wezen “geen andere betekenissen van zijn natuurlijke omgeving waarneemt dan die welke dienen voor de doeleinden van gebruik en verbruik”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Verlosser van de mensen, Redemptor Hominis (4 mrt 1979), 15 Vervolgens nodigde hij uit tot een globale ecologische bekering. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, AudiĆ«ntie, God maakt de mens tot rentmeester van de schepping (17 jan 2001), 4 Tegelijkertijd merkte hij echter op dat er weinig engagement is om “de morele voorwaarden voor een authentieke menselijke ecologie te waarborgen”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 38 De verwoesting van het menselijk milieu is iets zeer ernstigs, niet alleen omdat God de wereld aan het menselijk wezen heeft toevertrouwd, maar omdat het menselijk leven zelf een gave is die tegen de verschillende vormen van verval moet worden beschermd. Ieder streven om voor de wereld te zorgen en haar te verbeteren vraagt om een diepgaande verandering van “de levensstijl, van de productie- en consumptiemodellen, van de structuren van gevestigde machtsstructuren die nu de maatschappijen beheersen”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 58 Een authentieke menselijke ontwikkeling heeft een moreel karakter en veronderstelt een volledig respect voor de menselijke persoon, maar moet ook aandacht besteden aan de wereld van de natuur en “rekening houden met de natuur van ieder wezen en met het onderling verband in een geordend systeem”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 3 Daarom moet het vermogen van het menselijk wezen om de werkelijkheid te veranderen zich ontwikkelen op basis van de eerste oorspronkelijke schenking van de dingen door God. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 37
Mijn voorganger Benedictus XVI heeft de uitnodiging hernieuwd om “de structurele oorzaken van de disfuncties in de wereldeconomie uit te bannen en de groeimodellen te verbeteren die niet in staat lijken het respect voor het milieu te waarborgen”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot het Corps Diplomatique (2007) (8 jan 2007), 3 Hij heeft eraan herinnerd dat de wereld niet kan worden geanalyseerd door alleen maar een van de aspecten ervan te isoleren, omdat “het boek van de natuur één en ondeelbaar is” en milieu, leven, seksualiteit, gezin, sociale betrekkingen en andere aspecten insluit. Dientengevolge “hangt het verval van de natuur nauw samen met de cultuur die vorm geeft aan de menselijke samenleving”. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 51 Paus Benedictus heeft ons voorgehouden te erkennen dat de natuurlijke omgeving vol wonden is die door ons onverantwoordelijk gedrag zijn veroorzaakt. Ook het maatschappelijk milieu kent zijn wonden. Maar alle worden in wezen veroorzaakt door hetzelfde kwaad, namelijk door het idee dat er geen onbetwistbare waarheden bestaan die ons leven leiden, waardoor de menselijke vrijheid geen grenzen kent. Men vergeet dat “de mens niet alleen zichzelf makende vrijheid is. De mens schept zichzelf niet. Hij is geest en wil, maar hij is ook natuur”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de vergadering van de Duitse Bondsdag - Gebouw van de Reichstag, Berlijn, Het luisterend hart - Reflecties op de onderbouwing van het recht (22 sept 2011), 7 Met vaderlijke bezorgdheid heeft hij ons uitgenodigd te erkennen dat de schepping in gevaar blijkt te zijn gebracht “waar wijzelf de laatste instanties zijn, waar het heel eenvoudigweg ons eigendom is en wij het alleen maar voor onszelf verbruiken. En de verspilling van de schepping begint waar wij geen enkele instantie meer boven ons erkennen, maar alleen onszelf zien”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Ontmoeting met de priesters van het diocees Bolzano-Brixen (Zuid-Tirol) (6 aug 2008), 4