
28 oktober 1967
Met de medewerking van alle gelovigen en speciaal van de priesters en de religieuzen moeten de bisschoppen niet alleen door hun woord getuigenis afleggen van hun geloof, maar ook door hun gedrag en vooral door hun authentieke liefde volgens de sporen van Christus die ons zozeer heeft bemind. Hier dient men te benadrukken, hoe noodzakelijk het is, dat de Kerk, dank zij de gezamenlijke activiteit van haar herders en gelovigen, speciaal van hen die belangrijke functies bekleden in het sociale leven, werkelijk bezorgd is om de rechtvaardigheid en de liefde niet alleen tussen de afzonderlijke personen te doen heersen, maar ook op sociaal en internationaal vlak. Dit grote getuigenis van rechtvaardigheid en liefde, zo toepasselijk in de huidige toestand en zo in overeenstemming met de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en met de encyclieken H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961), H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) en H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967), is absoluut onmisbaar, opdat deze massa mensen die in de gehele wereld de algemene ellende, de sociale onrechtvaardigheid en allerlei soorten van discriminatie moeten verdragen ertoe zullen komen om werkelijk in de Kerk een teken te herkennen dat onder de volkeren is opgericht. Vgl. Jes. 11, 12