Paus Franciscus - 24 november 2013
Het conflict kan niet worden genegeerd of verheeld. Het moet worden geaccepteerd. Maar als wij hierin verstrikt blijven, verliezen wij het perspectief, beperken zich de horizonten en blijft de werkelijkheid zelf versplinterd. Wanneer wij in een conflictsituatie blijven steken, verliezen wij de zin voor de diepe eenheid van de werkelijkheid.
Waar het een conflict betreft, kijken sommigen eenvoudigweg hiernaar en gaan verder, alsof er niets aan de hand is, zij wassen hun handen om met hun leven verder te kunnen gaan. Anderen gaan het conflict zozeer aan dat ze erin gevangen blijven, de horizon uit het oog verliezen, de eigen verwarring en ontevredenheid projecteren op de instellingen en eenheid zo onmogelijk wordt. Er is echter een derde manier, de meest geschikte, om zich tegenover het conflict op te stellen. Dat is accepteren conflict te verdragen, het op te lossen en het te veranderen in een verbindingsschakel van een nieuw proces. “Zalig die vrede brengen” (Mt. 5, 9).
Op deze wijze wordt het mogelijk een gemeenschap in de verschillen te ontwikkelen, die alleen kan worden begunstigd door die nobele personen die de moed hebben verder te gaan dan de oppervlakte van het conflict en de anderen zien in hun diepste waardigheid. Daarom is het noodzakelijk een principe aan te nemen dat absoluut onontbeerkijk is om maatschappelijke vriendschap op te bouwen: de eenheid gaat boven het conflict. Solidariteit, verstaan in haar diepste en uitdagende betekenis, wordt zo een stijl om geschiedenis te schrijven, een levende omgeving op te bouwen waar conflicten, spanningen en tegenstellingen tot een pluriforme eenheid kunnen komen die nieuw leven schept. Dat betekent niet inzetten op syncretisme, noch op het opnemen van het één in het ander, maar op een oplossing op een hoger vlak, die de kostbare mogelijkheden van de tegengestelde polariteiten in zich bewaart.
Dit evangelisch criterium herinnert ons eraan dat Christus alles in zich heeft verenigd: hemel en aarde, God en mens, tijd en eeuwigheid, vlees en geest, persoon en maatschappij. Het onderscheidingsteken van deze eenheid en verzoening van alles in zich is de vrede. Christus “is onze vrede” (Ef. 2, 14). De evangelische boodschap begint altijd met de vredegroet en de vrede bekroont en verstevigt op ieder ogenblik de relaties tussen de leerlingen. Vrede is mogelijk, omdat de Heer de wereld en haar voortdurende conflictsituatie heeft overwonnen door “vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten” (Kol. 1, 20). Maar als wij deze Bijbelteksten dieper bestuderen, zullen wij ontdekken dat de eerste omgeving waarin wij geroepen zijn deze verzoening te veroveren, de eigen innerlijkheid is, het eigen leven, dat altijd wordt bedreigd door een dialectische versplintering. Vgl. I. Quiles, S.I., Filosofia de la educacón personalista, Buenos Aires, 1981, 46-53 Met harten die in duizend stukken zijn verdeeld, zal het moeilijk zijn een authentieke maatschappelijke vrede op te bouwen.
De boodschap van vrede is niet die van een vrede waarover is onderhandeld, maar de overtuiging dat de eenheid van de Geest alle verschillen met elkaar in overeenstemming brengt. Zij gaat ieder conflict te boven in een nieuwe, veelbelovende synthese. Verscheidenheid is mooi, wanneer zij het aanvaardt voortdurend in een proces van verzoening te treden om uiteindelijk een soort cultureel verdrag te sluiten dat een “verzoende verscheidenheid” naar boven doet komen, zoals de bisschoppen van Kongo goed leerden: “De verscheidenheid van onze bevolkingsgroepen is een rijkdom (...) Alleen met de eenheid, met de bekering van de harten en de verzoening zullen wij ons land verder kunnen laten komen”. Congo, Message sur la situation sécuritaire dans le pays (5 dec 2012). 11