Paus Franciscus - 24 november 2013
Vandaag kan men in velen die werkzaam zijn in de pastoraal, inbegrepen de Godgewijde personen, een overdreven zorg vaststellen voor de persoonlijke ruimte voor autonomie en ontspanning, die ertoe leidt de eigen taken te beleven als een puur aanhangsel van het leven, alsof zij geen deel zouden uitmaken van de eigen identiteit. Tegelijkertijd wordt het geestelijk leven verward met enkele religieuze momenten die een zekere troost bieden, maar die niet de ontmoeting met de ander, de inzet in de wereld, de hartstocht voor de evangelisatie voeden. Zo kan men in velen die werkzaam zijn in de evangelisatie, ook al bidden zij, een beklemtoning van het individualisme, een identiteitscrisis of een vermindering van het vuur ontmoeten. Dit zijn drie kwaden die elkaar voeden.
De mediacultuur en enkele intellectuele kringen brengen soms een uitgesproken wantrouwen en een bepaalde ontgoocheling over ten opzichte van de boodschap van de Kerk. Als gevolg ontwikkelen velen van hen die in de pastoraal werken, hoewel ze bidden, een soort minderwaardigheidscomplex, dat hen ertoe brengt hun christelijke identiteit en hun overtuigingen te relativeren of te verbergen. Dan komt er een vicieuze cirkel tot stand, omdat zij zo niet gelukkig zijn met wat zij zijn en wat zij doen, zich niet vereenzelvigd voelen met de evangeliserende zending, en dit verzwakt de inzet. Tenslotte verstikken zij de vreugde van de zending in een soort obsessie om als alle anderen te zijn en te hebben wat anderen bezitten. Op deze wijze wordt de taak van de evangelisatie iets geforceerds en worden er weinig krachten en een zeer beperkte tijd aan besteed.
Er ontwikkelt zich in hen die in de pastoraal werkzaam zijn, buiten de geestelijke stijl of de bijzondere lijn van denken die zij kunnen hebben, een nog gevaarlijker relativisme dan dat op het gebied van de leer. Dat heeft te maken met de diepste en meest oprechte keuzes die een levensvorm bepalen. Dit praktisch relativisme bestaat in het handelen, alsof God niet zou bestaan, beslissingen nemen, alsof de armen niet zouden bestaan, dromen, alsof de anderen niet zouden bestaan, werken, alsof degenen die de boodschap niet hebben ontvangen, niet zouden bestaan. Opmerkelijk is het feit dat zelfs wie blijkbaar beschikt over vaste leerstellige en geestelijke overtuigingen, vaak vervalt in een levensstijl die ertoe leidt zich vast te klampen aan economische zekerheden of aan ruimtes van macht en menselijke roem die men zich hoe dan ook verschaft, in plaats van het leven voor anderen in de zending te geven. Laten wij ons niet beroven van het missionaire enthousiasme.