Paus Franciscus - 24 november 2013
Achter deze houding gaan het afwijzen van de ethiek en het afwijzen van God schuil. Naar de ethiek kijkt men gewoonlijk met een zeker spottend misprijzen. Men beschouwt haar als contraproductief, te menselijk, omdat zij geld en macht relativeert. Men voelt haar als een bedreiging, aangezien zij het manipuleren en degraderen van de persoon veroordeelt. Al met al, de ethiek verwijst naar een God die op een verplichtend antwoordt wacht, dat buiten de categorieën van de markt valt. Voor deze categorieën is God, als ze worden verabsoluteerd, oncontroleerbaar, niet te manipuleren, zelfs gevaarlijk, in zoverre Hij het menselijk wezen roept tot zijn volle verwezenlijking en onafhankelijkheid van ieder type van slavernij. De ethiek - een niet geïdeologiseerde ethiek - maakt het mogelijk een menselijker evenwicht en maatschappelijke orde te scheppen. In deze zin spoor ik de financiële deskundigen en de bestuurders van de verschillende landen aan de woorden van een wijze uit de oudheid in overweging te nemen: “De eigen goederen niet met de armen delen is hen bestelen en beroven van het leven. De goederen die wij bezitten zijn niet van ons, maar van hen”. H. Johannes Chrysostomos, Reflectie over de arme Lazarus, De Lazaro Concio. II, 6: PG 48, 992