Paus Franciscus - 24 november 2013
De bisschop moet de missionaire gemeenschap altijd bevorderen in zijn diocesane Kerk en daarbij het ideaal van de eerste christelijke gemeenschappen nastreven, waar de gelovigen één van hart en één van ziel waren. Vgl. Hand. 4, 32
Daarom zal hij soms vooropgaan om de weg te wijzen en de hoop van het volk te ondersteunen, dan weer zal hij eenvoudigweg te midden van de zijnen staan met zijn eenvoudige en barmhartige nabijheid en in enkele omstandigheden zal hij achter zijn volk aan moeten lopen om hen te helpen die achter zijn gebleven en - vooral - omdat de kudde zelf een eigen speurzin heeft om nieuwe wegen te vinden. In zijn zending om een dynamische, open en missionaire gemeenschap te bevorderen zal hij het rijpen van organen van deelname, voorgesteld door het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 492-502.511-514.536-537, en andere vormen van pastorale dialoog moeten begunstigen en zoeken, vanuit het verlangen naar allen en niet alleen maar naar enkelen te luisteren die altijd bereid zijn hem complimenten te maken. Maar het doel van deze processen van deelname zal niet hoofdzakelijk de kerkelijke organisatie zijn, maar de missionaire droom allen te bereiken.