Paus Franciscus - 24 november 2013
Heel het leven van Jezus, zijn wijze van omgaan met de armen, zijn gebaren, zijn coherentie, zijn dagelijkse en eenvoudige edelmoedigheid en tenslotte zijn totale overgave, dit alles is kostbaar en spreekt tot ons persoonlijk leven. Telkens als men dit weer ontdekt, overtuigt men zich ervan dat dit het is waaraan de anderen behoefte hebben, ook al herkennen zij het niet: “Wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen” (Hand. 17, 23). Soms verliezen wij het enthousiasme voor de zending en vergeten dan dat het Evangelie beantwoordt aan de diepste noden van de personen, omdat wij allen zijn geschapen voor hetgeen het Evangelie ons voorhoudt: de vriendschap met Jezus en de broederlijke liefde. Wanneer men erin slaagt de wezenlijke inhoud van het Evangelie gepast en mooi tot uitdrukking te brengen, dan zal die boodschap zeker een antwoord geven op de diepste vragen van de harten: “De missionaris is overtuigd dat er door de werking van de Geest in de afzonderlijke personen en in de volkeren reeds een, wellicht onbewust, verlangen is om de waarheid te kennen over God, over de mens en over de weg die naar de bevrijding uit zonde en dood leidt. Het enthousiasme in de verkondiging van Christus vloeit voort uit de overtuiging dat men beantwoordt aan dat verlangen”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 45
Het enthousiasme bij de evangelisatie baseert zich op deze overtuiging. Wij hebben een schat aan leven en liefde ter beschikking die niet kan bedriegen, de boodschap die niet kan manipuleren, noch teleurstellen. Het is een antwoord dat neerdaalt in het diepste van het menselijk wezen en dat hem kan ondersteunen en verheffen. Het is de waarheid die niet uit de mode raakt, omdat zij in staat is daar door te dringen waar niets anders kan komen. Onze oneindige droefheid wordt alleen maar genezen met een oneindige liefde.