
Paus Franciscus - 24 november 2013
In deze tijd krijgt de relatie met de gelovigen van de islam die vandaag in het bijzonder aanwezig zijn in veel landen met een christelijke traditie, waar zij vrij hun eredienst kunnen vieren en in de maatschappij geïntegreerd kunnen leven, een opmerkelijk belang. Men moet nooit vergeten dat “zij verklaren aan het geloof van Abraham vast te houden en samen met ons de éne, barmhartige God aanbidden, die op de jongste dag de mensen zal oordelen”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 16 De heilige geschriften van de islam bewaren een gedeelte van de christelijke leer; Jezus Christus en Maria zijn onderwerp van diepe verering en het is bewonderenswaardig te zien hoe jongeren en ouderen, vrouwen en mannen in de islam in staat zijn dagelijks tijd te wijden aan het gebed en trouw deel te nemen aan hun religieuze riten. Tegelijkertijd zijn velen van hen er diep van overtuigd dat hun leven in zijn totaliteit van God en voor Hem is. Zij erkennen ook de noodzaak God te antwoorden met een ethisch engagement en met barmhartigheid jegens de armen.