
Paus Franciscus - 24 november 2013
Er zijn andere broze en weerloze wezens die vaak aan de genade van economische belangen of van willekeurig gebruik overgeleverd blijven. Ik verwijs naar het geheel van de schepping. Als menselijke wezens zijn wij niet louter begunstigden, maar behoeders van de andere schepselen. Door middel van onze lichamelijke werkelijkheid heeft God ons zo nauw met de wereld die ons omgeeft, verbonden dat de woestijnvorming van de bodem als het ware een ziekte is voor ieder en wij mogen klagen over het uitsterven van een soort, als was het een verminking. Laten wij het niet toelaten dat er in ons spoor tekenen van verwoesting en dood achterblijven die ons leven en dat van de toekomstige generaties treffen. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie (27 okt 2012), 56 In deze zin maak ik mij de mooie en profetische klacht eigen die verschillende jaren geleden de bisschoppen van de Filipijnen tot uitdrukking hebben gebracht: “Een ongelooflijke verscheidenheid aan insecten leefde in het bos en zij waren bezig met iedere soort van eigen taak (...). De vogels vlogen in de lucht, hun schitterende veren en hun verschillende gezangen voegden kleur en melodieën toe aan het groen van de bossen (...) God heeft dit land, zijn bijzondere schepselen voor ons gewild, maar niet opdat wij het konden verwoesten en veranderen in een woestijnachtig gebied (...) Kijk na één nacht regen naar de chocoladebruine rivieren van jouw omgeving en denk eraan dat zij het levende bloed van de aarde naar de zee wegbrengen (...) Hoe zullen de vissen in riolen zoals de rio Pasig en zoveel andere rivieren die wij hebben vervuild, kunnen zwemmen? Wie heeft de wonderlijke wereld van de zee veranderd in kerkhoven onder water zonder leven en kleur?” Filipijnen, What is happening to our beautiful Land? (29 jan 1988)